Wat is het?
Werk je als benoemd personeelslid aan een hogeschool en wil je vroeger stoppen met werken? Dan kan je in bepaalde gevallen gebruikmaken van de volledige terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het pensioen (tbsvp) of uitstapregeling.
De uitstapregeling is geen vervroegd pensioen: je ontvangt tijdens de terbeschikkingstelling geen pensioen, maar een wachtgeld. Wanneer je tbsvp opneemt, ben je verplicht om op je P-datum, je vroegst mogelijke pensioendatum, met pensioen te gaan.
Je kan je vroegst mogelijke pensioendatum bekijken op de site van MyPension. Een onderwijspensioen valt onder het stelsel van de ambtenarenpensioenen.
Tbsvp is een uitdovend stelsel: personeelsleden geboren vanaf 1 januari 1958 kunnen er geen gebruik van maken.
Voorwaarden
- Je bent benoemd.
- Je bent geboren vanaf 1 oktober 1952 en voor 1 januari 1958.
- Ben je geboren voor 1 januari 1957? Dan kan je tbsvp opnemen ten vroegste 2 jaar voor je P-datum. Deze tbsvp wordt P-2 genoemd.
- Ben je geboren in het jaar 1957? Dan kan je tbsvp opnemen ten vroegste 1 jaar voor je P-datum. Deze tbsvp wordt P-1 genoemd.
- Ben je geboren vanaf 1 januari 1958, dan kan je geen tbsvp opnemen.
- Je hebt minstens 20 dienstjaren die in aanmerking komen voor de opening van het recht op een rustpensioen. Daarvoor telt je loopbaan in het onderwijs, eventuele diplomabonificatie inbegrepen, eventueel vermeerderd met:
- Diensten in de openbare sector
- Diensten in de privésector die erkend zijn als nuttige beroepservaring.
- Militaire diensten
- Je komt nog niet in aanmerking om met rustpensioen te gaan.
- Uitzondering: Ben je geboren voor 1 oktober 1952? Dan kan je gebruikmaken van een uitzonderingsstelsel (bonusstelsel), en zo vroeger stoppen met werken. Je kan de bonus voltijds, halftijds of voor een kwart opnemen. De bonus kan in tegenstelling tot de tbsvp doorlopen of starten na je vroegst mogelijke pensioendatum (P-datum). Als je in aanmerking komt voor dit stelsel, kan je meer uitleg vragen aan je hogeschool.
Begin – duur – einde
Begin
Tbsvp kan aanvangen op:
- 1 oktober
- 1 januari
- 1 april
Concreet betekent dit dat de P-2 ten vroegste kan ingaan vanaf de eerste uitstapdatum die volgt op de P-datum min 2 jaar. In het geval van een P-1 kan deze ten vroegste ingaan vanaf de eerste uitstapdatum die volgt op de P-datum min 1 jaar.
Werk je naast je opdracht in het hoger onderwijs ook in een ander onderwijsniveau? Dan moet de tbsvp gelijktijdig ingaan in alle niveaus. In dergelijke gevallen kan de tbsvp ook ingaan op 1 september.
Duur
Als je een tbsvp opgenomen hebt, blijf je ter beschikking gesteld tot aan je pensioen. Je kan niet beslissen om weer te beginnen te werken.
Einde
Zodra je aanspraak kan maken op een rustpensioen, kan je niet langer van tbsvp gebruikmaken. De datum waarop je met pensioen kan gaan, wordt individueel berekend aan de hand van je loopbaangegevens. Je tbsvp stopt in elk geval op de vooravond van de dag waarop je een rustpensioen kan opnemen.
Gevolgen
Administratieve stand
Je bent ter beschikking gesteld. Je blijft administratief verbonden aan je hogeschool tot op de datum van je pensioen. Je betrekking wordt wel vacant verklaard vanaf de ingangsdatum van je tbsvp.
Salaris
Als je tbsvp opneemt, ontvang je geen salaris maar een wachtgeld. Hoeveel je precies ontvangt, hangt af van je individuele loopbaan wanneer je de tbsvp opneemt. De wijze van berekening vind je in de regelgeving (zie Extra informatie: regelgeving).
Ben je geboren vanaf 1 april 1954, dan wordt op je wachtgeld een vermindering toegepast:
- Neem je de tbsvp voor een periode die minstens een jaar korter is dan de volledige periode waar je recht op hebt, dan ontvang je 77,5% van je wachtgeld.
- Neem je de tbsvp voor een periode die minder dan een jaar korter is dan de volledige periode waar je recht op hebt, dan ontvang je 75% van je wachtgeld.
Met ‘volledige periode waar je recht op hebt’ wordt in geval van een P-2 de periode van 2 jaar bedoeld, teruggerekend vanaf de P-datum. In het geval van een P-1 wordt de periode van 1 jaar bedoeld, teruggerekend vanaf de P-datum.
Cumulatie
Je mag geen bezoldigde activiteiten uitoefenen in het onderwijs of de CLB’s. Je tbsvp geldt voor alle opdrachten die je als benoemde in hoofdambt in het onderwijs uitoefent.
Uitzondering: Je mag bezoldigde prestaties als gastprofessor uitoefenen aan een hogeschool, op voorwaarde dat die niet bezoldigd worden via het ministerie van Onderwijs.
Voor prestaties buiten het onderwijs gelden tijdens tbsvp dezelfde cumulatieregels als voor rustpensioenen. Als je de grensbedragen overschrijdt, wordt je wachtgeld geschorst. Meer informatie vind je in de brochure Cumulatie van pensioenen van de overheidssector.
Ontvang je een overlevingspensioen? Dan kan je geheel of gedeeltelijk afstand doen van je wachtgeld. Zo kan je je wachtgeld aanpassen aan de cumulatiegrenzen voor een overlevingspensioen. Je overlevingspensioen kan dan verder worden uitgekeerd.
Stuur een aangetekende brief aan je hogeschool met het bedrag aan wachtgeld dat je nog wil ontvangen, en de datum van uitwerking. Je kan afstand van wachtgeld niet met terugwerkende kracht aanvragen. Een nieuw verzoek moet je altijd voor 1 november indienen.
Pensioen
Voor meer informatie over de invloed van deze terbeschikkingstelling op je pensioen kan je terecht bij de Federale Pensioendienst (FPD).
Hoe aanvragen?
Je vraagt tbsvp aan bij je hogeschool.
Vragen?
Als je nog vragen hebt, kan je terecht bij je hogeschool.