Leerlingen uit het tweede jaar van het secundair onderwijs zijn beter voorbereid om hun rol als burger in de maatschappij op te nemen. Toch blijft er nog ruimte voor verbetering. Dat blijkt uit de Vlaamse resultaten van de International Civic and Citzenship Education Study 2016, een uitgebreide studie die door Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits en de KU Leuven werd voorgesteld. Vooral de politieke kennis en het vertrouwen in de politieke instellingen stijgt en leerlingen scoren gemiddeld hoger dan hun leeftijdsgenoten in andere landen. Deelnemen aan verkiezingen of lid worden van een politieke partij spreken jongeren minder aan. Leerlingen uit de A-stroom scoren duidelijk hoger dan leerlingen in de B-stroom. Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits pakt de knelpunten aan via een bredere basisvorming in het secundair onderwijs en eindtermen zoals burgerschap, digitale competentie en mediawijsheid.
De International Civic and Citizenship Education Study (ICCS) is een internationaal vergelijkende studie die onderzoekt hoe leerlingen uit het tweede jaar van het secundair onderwijs voorbereid worden om hun rol als burger in de maatschappij op te nemen. Dat gebeurt via een kennistest. Enkele van de thema’s zijn politieke kennis, sociale media, duurzame ontwikkeling, tolerantie en diversiteit en welbevinden op school. Het is de vierde editie van dit internationale onderzoek, de laatste editie dateert van 2009. Het onderzoek vond plaats in 2016 in 24 landen. In Vlaanderen werkten 2931 leerlingen, 2121 leerkrachten en 149 directeurs uit 162 scholen hieraan mee.
Politieke kennis en participatie
Een positieve vaststelling is dat Vlaamse jongeren een goede kennis hebben over politiek en maatschappij. De kennis ligt hoger dan in 2009 en dan het internationaal gemiddelde. Jongens en meisjes behalen dezelfde score, wat opvallend is. In de meeste andere landen is er wel een duidelijk genderverschil. De politieke kennis van leerlingen uit het beroepsvoorbereidend onderwijs (B-stroom) en leerlingen met een migratieachtergrond is een stuk lager dan leerlingen uit de A-stroom.
Onderwijs is erop gericht om naast kennis ook vaardigheden en attitudes over te brengen. Voorbeelden zijn kritisch denken, respect, empathie en zelfredzaamheid. De resultaten geven aan dat leerlingen vooral belang hechten aan informele vormen van engagement, vb. eerder politieke discussies voeren dan lid worden van een politieke partij. Het politieke vertrouwen is in vergelijking met 2009 duidelijk gestegen. Wat participatie betreft, of het gevoel dat men zelf een betekenisvolle rol kan spelen (bv. intentie om te gaan stemmen, lid worden van een politieke partij), blijven de Vlaamse jongeren wat achterop hinken.
De school en burgerschapseducatie
Scholen spelen een cruciale rol in het overbrengen en stimuleren van burgerzin en burgerschap. Jongeren leren via projecten onder andere over de grondwet, mensenrechten, de werking van onze democratie en duurzaamheid. Scholen zetten al via heel wat acties in op burgerschapscompetenties bij hun leerlingen. Uit de bevraging van leerlingen, leerkrachten en directies blijkt wel dat deze acties eerder zorgen voor kennisverhoging en minder leiden tot een echte mentaliteitswijziging. Vlaamse jongeren zijn bijvoorbeeld sterk begaan met het leefmilieu, maar zijn niet altijd bereid zich persoonlijk in te zetten om het milieu te beschermen.
Conclusie van de onderzoekers: burgerschapseducatie is nog niet echt verankerd in het schoolbeleid. Vlaamse scholen zijn minder gericht op participatie dan in andere landen het geval is. Ze scoren gemiddeld laag op participatie en betrokkenheid van leerlingen, leerkrachten en ouders, en directeurs rapporteren meer pestgedrag dan in de andere landen. Wat dit laatste betreft zetten de scholen vooral in op antipestbeleid op het niveau van de leerlingen, maar betrekken minder de ouders en leerkrachten via bijv. infoavonden en bijscholingen.
Politiek gebruik van en vertrouwen in sociale media
Terwijl de leerlingen goed scoren op het vlak van politieke kennis en vertrouwen in de instellingen, zien we dat zij geen voortrekkers zijn in het gebruik van sociale media voor politieke doeleinden. De jongeren gebruiken het internet relatief weinig om politieke informatie op te zoeken of uit te wisselen. Leerlingen met een migratieachtergrond en leerlingen uit de B-stroom gebruiken sociale media wel vaker en hebben er een groter vertrouwen in. De onderzoekers werpen daarom de vraag op of deze jongeren ook voldoende kritisch omgaan met informatie op sociale media.
Tolerantie en diversiteit
Alle groepen in de samenleving moeten kunnen genieten van gelijke rechten. Dat is een voorwaarde om van een echte democratie te spreken. Tolerantie gaat over het geven van gelijke rechten, ongeacht of je het eens bent met de mening of het gedrag van een persoon of groep. In vergelijking met 2009 is de tolerantie van de Vlaamse jongeren toegenomen, maar ze is nog steeds lager dan in de andere onderzochte landen. Bij gelijke rechten voor immigranten blijken vooral stellingen over culturele aspecten, zoals het spreken van de eigen taal of het behouden van de eigen gewoonten, een probleem voor jongeren te vormen. Wel zijn onze jongeren het erover eens dat de juridische rechten voor migranten verzekerd moeten zijn. We zien ook dat jongeren met meer politieke kennis duidelijk toleranter zijn naar gelijke rechten voor immigranten. Ook een positieve schoolcontext met een goede verhouding tussen leerkracht en leerling verhoogt de tolerantie. Op het vlak van gendergelijkheid doet Vlaanderen het heel goed. 96% van de Vlaamse jongeren is het ermee eens dat mannen en vrouwen in elk opzicht dezelfde rechten moeten hebben.
De peiling burgerschap
De Vlaamse peiling ‘Burgerzin en burgerschapseducatie’ werd tegelijkertijd met ICCS afgenomen bij ruim 4.100 leerlingen uit het zesde jaar van het secundair onderwijs toont interessante verschillen tussen de leeftijdsgroepen. Leerlingen in het zesde jaar scoren hoger op politieke kennis maar lager qua attitudes zoals de wil om te gaan stemmen of lid te worden van een politieke partij. Ook het politiek vertrouwen en vertrouwen in sociale media is er lager. Wat burgerzin betreft is erin het zesde jaar ook een grotere kloof tussen ASO- en BSO-leerlingen dan tussen de A- en B-stroom in de eerste graad. Het is een teken dat we de burgerschapsvaardigheden van leerlingen van de B-stroom moeten versterken.
Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits: “Deze studie biedt een bijzonder interessante kijk op het onderwijs rond burgerschap in de Vlaamse scholen. Waar onze leerlingen duidelijk hoog scoren op kennis van en vertrouwen in de politiek blijken zij minder sterk in attitudes rond burgerschap. Ook de grote verschillen tussen leerlingen van de A- en B-stroom en tussen leerlingen met en zonder migratieachtergrond vragen een krachtig antwoord en bevestigen de keuzes voor de modernisering van het secundair onderwijs. De algemene vorming wordt in de eerste graad aanzienlijk uitgebreid en versterkt, zeker in de B-stroom en eindtermen rond burgerschap en mediawijsheid worden nadrukkelijker ingevoerd in alle Vlaamse scholen.”