- Belangrijk voor je salaris
- Welke diensten tellen mee?
- Vanaf minimumleeftijd
- Verlof en geldelijke anciënniteit
- Extra informatie
Belangrijk voor je salaris
Geldelijke anciënniteit is een van de elementen voor de berekening van je salaris.
Je salaris wordt vastgesteld op basis van:
- Je salarisschaal
- De jaarlijkse en tweejaarlijkse verhogingen: daarvoor is je geldelijke anciënniteit belangrijk
Welke diensten tellen mee?
Voor de berekening van je geldelijke anciënniteit kunnen in aanmerking komen:
- De diensten die je in het onderwijs hebt gepresteerd (vanaf de minimumleeftijd van je salarisschaal).
- Trad je voor het eerst in dienst op of na 1 september 2021? Dan geldt de minimumleeftijd niet meer.
- Eventuele diensten die je in andere openbare diensten hebt gepresteerd. Je dient daarvoor een aanvraag in (aanvraagprocedure in de omzendbrief geldelijke anciënniteit – diensten die in aanmerking komen)
- Eventuele diensten die je als werknemer of zelfstandige hebt gepresteerd en die door de Vlaamse overheid erkend zijn als nuttige ervaring
- Eventuele diensten die je als werknemer of zelfstandige hebt gepresteerd in de privésector als je als zijinstromer in een knelpuntambt of -vak bent aangesteld. Dat geldt alleen
- als je een nieuw personeelslid bent, of
- als je minstens 3 jaar geen aanstelling hebt gehad in het onderwijs.
- Lees meer op de pagina over Geldelijke anciënniteit en diensten uit de privésector voor zijinstromers in knelpuntambten en-vakken
Vanaf minimumleeftijd
Als je voor het eerst in dienst trad op of na 1 september 2021 geldt de minimumleeftijd niet meer. Je geldelijke anciënniteit begint te lopen van zodra je wordt aangesteld.
Als je in dienst trad voor 1 september 2021 begon je geldelijke anciënniteit begon te lopen zodra je de minimumleeftijd van je salarisschaal bereikte. Als je jong begon te werken, kwamen een aantal maanden misschien niet in aanmerking voor je geldelijke anciënniteit.
De minimumleeftijd verschilde naargelang je salarisschaal.
Tabel: minimumleeftijd per salarisschaal
(Voor een verklaring van de codes: zie salarisschalen)
Code | Minimumleeftijd |
122 studiemeester-opvoeder | 20 jaar |
158 studiemeester-opvoeder | 22 jaar |
141 kleuteronderwijzer | 22 jaar |
148 onderwijzer | 22 jaar |
315, 318, 337, 347 paramedisch en CLB-personeel | 23 jaar |
301, 302, 306, 346 leraren | 22 jaar |
501, 502 leraren en lectoren | 24 jaar |
Verlof en geldelijke anciënniteit
Bepaalde verlofstelsels of afwezigheden zijn gelijkgesteld met dienstactiviteit, andere niet.
Soms word je als actief in dienst beschouwd, zodat de teller van je dienst- en geldelijke anciënniteit blijft lopen. Dat is onder meer het geval voor:
- Verlof voor verminderde prestaties
- Loopbaanonderbreking
- Zwangerschapsverlof
In andere gevallen sta je op non-actief en telt de periode van afwezigheid of verlof niet mee voor je dienstanciënniteit of geldelijke anciënniteit. Bijvoorbeeld bij terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden.
Extra informatie
Verwante pagina’s
- Salarisschalen
- Nuttige ervaring
- Geldelijke anciënniteit en diensten uit de privésector voor zijinstromers in knelpuntambten en-vakken
- Geldelijke anciënniteit en diensten uit de openbare sector en Europese of niet-Vlaamse onderwijsdiensten
- Zo word je leraar