- Situering
- Doelgroep en begunstigden
- Doelstellingen en aanbod
- Indiening
- Beoordeling
- Controle
- Budget en aanwending
Alle opleidingen in het Vlaamse secundair onderwijs dienen excellentie en ambitie uit te stralen. Het Excellentiefonds sluit daarbij aan via een reeks prestigieuze competities, die al langer bestaande wedstrijden zoals de olympiades aanvullen en zelfs uitbreiden.
Het Excellentiefonds zet de brede opleidingswaaier in het Vlaamse leerplichtonderwijs in de kijker, met bijzondere aandacht voor de opleidingen met arbeidsmarktgerichte en met dubbele finaliteit. Ook wedstrijden die focussen op de doorstroomfinaliteit of op het basisonderwijs, worden meegenomen. Het aanbod gaat uit van beroepsfederaties, bedrijven, onderwijsverstrekkers en andere organisaties.
Het Excellentiefonds heeft als doel:
- Arbeidsmarktgerichte opleidingen en opleidingen met dubbele finaliteit te versterken
- Nieuwe wedstrijden in het leerplichtonderwijs te introduceren
- Bestaande wedstrijden/olympiades op te schalen in de richting van minder bereikte opleidingsonderdelen
- Nederlands, wiskunde en/of wetenschappen te versterken
De tweede editie zet in het bijzonder in op:
- Maximale samenwerking binnen en tussen de sectoren
- Innovatie binnen maatschappelijke en technologische evoluties
Samenwerking tussen de diverse onderwijsvormen en opleidingen
Situering
Sterk en kwaliteitsvol onderwijs leidt tot emancipatie van alle leerlingen. Deze legislatuur werd daarin al op verschillende fronten geïnvesteerd, zoals voorzien in het regeerakkoord.
Ook de Commissie Beter Onderwijs onder het voorzitterschap van Philip Brinckman zette erop in. Een van haar belangrijkste adviezen was dat het arbeidsmarktgerichte onderwijs en het onderwijs met een dubbele finaliteit meer maatschappelijke waardering verdienen. Deze opleidingen zijn immers een belangrijke springplank voor een grote groep jongeren en leveren een grote maatschappelijke en economische bijdrage. Nochtans ervaren niet veel leerlingen en leerkrachten de waardering ervoor. De commissie raadde dan ook aan wedstrijden te lanceren naar analogie met de olympiades die zich voornamelijk op de doorstroomgerichte opleidingen richten:
“De maatschappelijke waardering en de perceptie kunnen alvast een boost krijgen door de organisatie en bijhorende media-aandacht van specifieke wedstrijden voor leerlingen met een technische en beroepsgerichte opleiding en vorming. Het prestige van bepaalde studierichtingen met veel (klassieke) talen, wiskunde en wetenschappen wordt nog versterkt door allerlei Olympiades, al dan niet met een internationale uitstraling (en reizen) zoals de Wiskunde-Olympiade, Olyfran, de Cicero- en Plato-wedstrijden en allerlei Vlaamse olympiades voor wetenschappen (chemie, biologie, fysica, natuurwetenschappen en aardrijkskunde). De vakbekwaamheid en excellentie van arbeidsmarktgerichte tso/bso-leerlingen moet op evenveel uitstraling kunnen rekenen. Er moet dan ook onderzocht worden op welke manier gerenommeerde bedrijven, maar ook kleine zelfstandigen wedstrijden kunnen uitschrijven voor jongeren uit de arbeidsmarktgerichte studierichtingen. De wedstrijden moeten op evenveel belangstelling kunnen rekenen van het beleid, de ondernemers en de media.” (zie advies 15).
Verder wijst de commissie ook op het watervaleffect:
“Het gebruik van woorden als ‘naar een lagere richting afzakken’ en ‘het watervalsysteem’ doen onrecht aan kinderen die zogezegd in een minder cognitieve richting zitten. Zo hou je immers de perceptie in stand van ‘beter’ versus ‘minder belangrijk’.” (advies 30).
Wedstrijden en olympiades kunnen mee die perceptie keren en het maatschappelijk belang van deze opleidingen in de kijker zetten. (advies 13)
Doelgroep en begunstigden
Deze oproep staat open voor private en publiekrechtelijke rechtspersonen, gevestigd in het Vlaamse Gewest of het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, die een wedstrijd of olympiade willen organiseren ter bevordering van de kennis en vaardigheden van leerlingen in het leerplichtonderwijs. Dit kan onder meer gaan over schoolbesturen, vzw’s, beroepsfederaties en bedrijven.
Het Excellentiefonds richt zich tot alle leerlingen en scholen in het leerplichtonderwijs. Het wil in het bijzonder de aantrekkelijkheid en maatschappelijke waardering voor de arbeidsmarktgerichte bso-opleidingen en de tso/kso-opleidingen met dubbele finaliteit verhogen. Daarnaast kunnen de wedstrijden of olympiades binnen het fonds zich ook richten tot de doorstroomfinaliteit en tot het basisonderwijs (vertrekkend vanuit de leergebieden ‘Wetenschappen en Techniek’ en/of ‘Mens en Maatschappij’).
Doelstellingen en aanbod
De wedstrijden en olympiades binnen het Excellentiefonds 2024-2025 zijn gebonden aan een aantal doelen:
- Ze sluiten aan bij de respectieve curricula.
- Ze zijn netoverstijgend.
- Een focus op Nederlands, wiskunde en/of wetenschappen is onderdeel van het traject: de noodzaak hiervoor blijkt uit opeenvolgende (internationale) metingen zoals PIRLS, PISA en TIMSS.
- Samenwerking met Nederland wordt positief gewaardeerd.
De financiële ondersteuning dient om de wedstrijd of olympiade voor te bereiden, te promoten en in te richten.
Het traject start ten vroegste op 1 september 2024 en loopt op uiterlijk 31 augustus 2025 af.
De geselecteerde projecten maken hun project in mei 2024 aan de scholen bekend zodat zij hun deelname voor het schooljaar 2024-2025 tijdig kunnen inplannen.
Indiening
Een aanvraag voor financiële ondersteuning kan ingediend worden tot en met 28 maart 2024 via leerplicht.onderwijs@vlaanderen.be. Wie dat na die datum doet, via andere kanalen of onvolledig, wordt niet in aanmerking genomen.
De aanvrager is de rechtspersoon of de verantwoordelijke van de organisatie die de aanvraag indient en ook de contactpersoon die de aanvraag opvolgt.
Wijzigingen aan de aanvraag, door onvoorziene wijzigingen binnen de organisatie, worden meteen gemeld aan het departement Onderwijs en Vorming, afdeling Leerplicht.
De aanvraag bevat minstens volgende elementen:
Gegevens van de indiener
- Indienende instantie
- Adres, telefoonnummer, e-mailadres van de aanvrager
- Rekeningnummer en contactpersoon voor de financiële opvolging
Informatie over het project
- Titel
- Samenvatting
- Doelstellingen en verwachte resultaten
- Doelgroepen en link met het curriculum van de opleiding
- Samenwerking met derden/partners
- Gedetailleerde begroting, met minimaal volgende elementen:
- Loonkosten
- De functieprofielen die aan het project zullen werken en hun werkrelatie tot de subsidieaanvrager
- Werkingskosten
- Materiële kosten
- Ondersteuning deelnemers
- Prijzen deelnemers
- Kosten voor promotie en verspreiding van de informatie
- Motivering van de gemaakte kosten
- Loonkosten
- Timing
- Als het voorstel een vervolgtraject is van het Excellentiefonds 2023-2024:
- Toelichting welke lessen uit de editie 2023-2024 worden meegenomen
- Schaalvergroting in 2024-2025 t.o.v. 2023-2024 met vergelijkende, meetbare indicatoren tussen beide trajecten
Beoordeling
Ontvankelijkheid
Het departement Onderwijs en Vorming, afdeling leerplicht, behandelt de aanvragen en controleert ze op hun ontvankelijkheid:
- De aanvraag is tijdig ingediend op het correcte adres.
- De aanvraag is opgesteld in het Nederlands.
- De aanvraag is ondertekend door de verantwoordelijke van de aanvraag.
- Een volledige begroting is bijgevoegd.
- De wedstrijd of olympiade vindt plaats in het schooljaar 2024-2025 en richt zich op het Vlaams leerplichtonderwijs (zie 'Doelgroep en begunstigden'). De looptijd start ten vroegste op 1 september 2024 en eindigt op uiterlijk 31 augustus 2025.
- De aanvraag is gedaan door een organisatie met rechtspersoonlijkheid en is gevestigd in Vlaanderen of Brussel. Feitelijke verenigingen en natuurlijke personen komen niet in aanmerking.
Inhoudelijke beoordeling
De jury beoordeelt de dossiers inhoudelijk op basis van onderstaande inhoudelijke selectiecriteria. Deze criteria bevatten de richtlijnen om een oordeel te vormen en bieden een globaal kader waarbinnen projecten worden afgewogen.
- Doelstelling en resultaten: (40 punten)
- Beschrijft de aanvraag een concrete wedstrijd of olympiade waarbij een streven naar excellentie doorheen het traject gepromoot en breed uitgedragen wordt?
- Bereikt de wedstrijd of olympiade een voldoende aantal scholen?
- Beschrijf de verhouding van het totaal aantal beoogde scholen versus het aantal Vlaamse scholen dat deze opleiding aanbiedt.
- Als het een al bestaande wedstrijd of olympiade binnen het Excellentiefonds betreft: welke stappen worden gezet om extra, nog niet deelnemende opleidingen/scholen van het vakgebied te bereiken en welke stijging zet het project daarbij voorop in 2024-’25?
- Wordt samenwerking tussen de onderwijsvormen nagestreefd?
- Biedt het project de betrokken vakleerkrachten erkenning van hun expertise en is het voor hen een uniek navormingstraject?
- Is er actief ingezet op innovatie en transitie zoals opgenomen in https://www.vlaanderen.be/publicaties/visie-2050-een-langetermijnstrategie-voor-vlaanderen?
- De RTC worden steeds geïnformeerd over het geplande project en indien wordt ingezet op VR/XR wordt er met hen afgestemd. Vind meer info over het XR-actieplan.
- Zijn de doelstellingen helder (SMART) geformuleerd?
- Het te bereiken aantal scholen en deelnemers
- De opbouw van de wedstrijd richting de finale
- De cofinanciering
- Het bereik en de navorming van het aantal vakleerkrachten
- …
- Sluit de wedstrijd of olympiade aan bij een curriculum van het Vlaamse leerplichtonderwijs?
- Een sectorgerelateerde wedstrijd/olympiade zet in op het curriculum van de opleiding.
- Een wedstrijd/olympiade gericht op het basisonderwijs sluit aan bij de leergebieden ‘Wetenschappen en techniek’ of ‘Mens en maatschappij’.
- Sluit een wedstrijd/olympiade die zich richt op het algemeen secundair onderwijs – doorstroomfinaliteit aan op de eindtermen van de sleutelcompetenties waaraan prioriteit(dit is een externe link) wordt verleend: competenties in het Nederlands (SC 2), competenties in andere talen (SC 3) en competenties in wiskunde, wetenschappen, technologie en STEM (SC 6)?
- Elk projectvoorstel van de editie 2024-2025 moet opnieuw inzetten op excellentie in het Nederlands (spreken, luisteren, schrijven en lezen, bv. door het belang van de opleiding en het toekomstige beroep te presenteren en uit de dragen via debatten, publicaties…). Samenwerking met derden die deze focus kunnen versterken, is toegestaan.
- Vanuit de focus op het Standaardnederlands is er voor de editie 2024-2025 een extra, specifieke oproep voor een ‘Groot Dictee’.
- Sluit een wedstrijd/olympiade aan bij een knelpuntberoep en/of bij sleutelcompetenties 2 en 6?
- Is het project voldoende kostenefficiënt?
- Zijn de aangevraagde budgetten goed onderbouwd en gelegitimeerd?
- Hoe verhoudt de kost voor de overheid zich tot het beoogde aantal deelnemers en de grootte van de sector?
- Voorziet de aanvrager in eigen middelen en/of cofinanciering door derden?
- De jury kan vragen om de begroting bij te sturen.
- Samenwerking: (20 punten)
- Is er maximaal ingezet op (inter)sectorale samenwerking? Als er meerdere, positief beoordeelde projecten uit dezelfde sector zijn, behoudt de jury zich het recht voor deze initiatieven te vragen onderling tot afspraken te komen. Best is dus om proactief samen te werken. Eén organisatie dient in dat geval de aanvraag in namens het samenwerkingsverband samen met een ondertekend engagement/ een intentieverklaring van de betrokken partners.
- Alle projecten werken zoveel mogelijk netoverschrijdend samen.
- Innovatief: (20 punten)
- Is er sprake van nieuwe wedstrijden of olympiades? Of van een vernieuwing/verruiming van het al bestaande aanbod?
- Zet het voorstel in op transities en innovatie, zoals geformuleerd in de transitiegebieden van de Visie2050 van de Vlaamse regering?
- Inclusief: (10 punten)
- Engageert de organisatie zich ertoe de financiële en praktische drempels (bv. reistijd) redelijk te houden voor deelnemende leerlingen en scholen zodat een deelname realistisch is?
- Staat de wedstrijd of olympiade ook open voor leerlingen met een beperking?
- Disseminatie: (10 punten)
- De wedstrijd of olympiade wordt vanaf mei 2024 doorheen de hele uitrol actief verspreid en gepromoot, in eerste instantie in het onderwijs.
- Er wordt voldoende publiciteit voorzien naar een breed publiek, bv. door een ambassadeur.
De jury wordt samengesteld door de secretaris-generaal van het departement Onderwijs en Vorming en bestaat uit minstens volgende profielen:
- 1 lid van het departement Onderwijs en Vorming (DOV)
- 1 lid van het departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) en/of het departement Werk en Sociale Economie (WSE)
- 3 experten, met expertise op het vlak van technische en beroepsopleidingen en van de generieke curriculumonderdelen
Het departement Onderwijs en Vorming zit de jury voor en verzorgt het secretariaat. Om een onafhankelijk en objectief advies mogelijk te maken, mogen de leden van de jury geen band hebben met de projectindieners.
Selectie
Een ontvankelijke aanvraag moet op ieder criterium slagen (50%) om een globaal gunstig advies te krijgen van de jury.
De bovenstaande criteria worden beschouwd als richtlijnen voor het totale aantal punten.
De jury komt via collectieve besluitvorming tot een oordeel. Ze doet een voorstel van selectie en baseert zich daarvoor op:
- De scores van de jury
- Het beschikbare budget
- De spreiding van de wedstrijden of olympiades over de sectoren/opleidingen/finaliteiten heen
- Het bewaken van de olympische gedachte: voor de diverse opleidingen die tot dezelfde sector behoren, wordt naar één sectoroverschrijdende wedstrijd gestreefd.
- Intersectorale samenwerking en samenwerking tussen diverse opleidingsvormen, samenwerking met Nederland, focus op innovatie en transitie, cofinanciering en een geïntegreerde focus op Nederlands, wiskunde en/of wetenschappen.
Dit voorstel wordt voorgelegd aan de minister van Onderwijs en Vorming. De financiële ondersteuning wordt toegekend via Ministerieel Besluit en volgens de gekende regels voor subsidies die door het departement Onderwijs en Vorming gevolgd worden (zie 'Budget en aanwending').
De aanvrager wordt op de hoogte gebracht van de beslissing van de minister van Onderwijs. Die is gepland in april 2024.
Controle
Uiterlijk op 31 oktober 2025 maakt de begunstigde een inhoudelijke en financiële rapportage op van het voorgaande schooljaar.
Het inhoudelijk rapport bevat een activiteitenverslag, evaluatie en effectbeoordeling. Het rapport beschrijft in welke mate de doelstellingen en indicatoren, beschreven in de aanvraag, gerealiseerd werden.
Daarnaast legt de begunstigde een overzicht voor van de kosten waarvoor de financiële ondersteuning werd gebruikt. Dat bevat ook de verantwoordingsstukken en/of facturen op basis van de geldende richtlijnen voor de opmaak van een kostendossier dat bij het Ministerieel Besluit hoort.
Het saldo van de financiële ondersteuning wordt pas uitbetaald nadat aan twee voorwaarden is voldaan:
- De afdeling Leerplicht heeft het inhoudelijk rapport goedgekeurd.
- De begunstigde heeft een schuldvordering en uitgavenbewijsstukken voorgelegd waaruit blijkt dat de uitgaven zijn gedaan binnen de contractuele looptijd.
Het departement Onderwijs en Vorming behoudt het recht om (een deel van) het bedrag terug te vorderen als uit de controle blijkt dat:
- De financiële ondersteuning niet werd besteed aan de projectoproep of het toekenningsbesluit
- De bewezen uitgaven lager liggen dan de toegekende financiële ondersteuning
De begunstigde verbindt zich ertoe om bij elke communicatie over het project en op elke informatiedrager gebruik te maken van het logo van de Vlaamse overheid. De standaardlogo's bevinden zich op de website van de Vlaamse overheid.
De projectuitvoering en rapportering gebeuren in het Nederlands. Een wedstrijd/olympiade met als voorwerp de beheersing van een vreemde taal, kan een uitzondering krijgen.
Budget en aanwending
De aanvrager voegt een begroting toe aan de aanvraag. De berekening van de aangevraagde budgetten moet duidelijk en controleerbaar zijn. De jury, die ook de inhoudelijke kwaliteit van de voorstellen evalueert, kan vragen om de begroting bij te sturen, net als de beoogde samenwerking tussen gelijkaardige trajecten binnen eenzelfde sector, gezien o.a. de budgettaire gevolgen. Het toegekende bedrag wordt bepaald op basis van de ingediende begroting.
In de Vlaamse begroting wordt voor deze oproep een budget van maximaal 2 miljoen euro uitgetrokken.
De begunstigde ontvangt de financiële ondersteuning in 2 schijven:
- 70% van het toegekende bedrag na goedkeuring van het toekenningsbesluit
- Maximum 30% na afloop van het project en na het goedkeuren van het (inhoudelijk en financieel) eindverslag.
De financiële ondersteuning moet worden aangewend voor de voorbereiding, promotie en organisatie van een of meerdere wedstrijden en olympiades en hun voortrajecten zoals beschreven in deze oproep, conform de Richtlijnen voor de opmaak van een financieel kostendossier (pdf, 4 p.) (125 kB). Enkel personeels- en werkingskosten voor de looptijd van de toegekende financiële ondersteuning komen in aanmerking.
Om dubbelfinanciering te vermijden, behoudt het departement Onderwijs en Vorming zich het recht om onkostenstukken en de rapportage erover uit te wisselen, onder meer met andere departementen en agentschappen binnen de Vlaamse overheid.
Extra informatie
Verwante pagina's