Personeels- en werkingsmiddelen in het vernieuwde deeltijds kunstonderwijs
- Omkadering
- Omkaderingscoëfficiënten
- Besteding lestijdenpakket
- Administratief personeel en directeur
- Nascholing en ICT
- Een billijk evenwicht
Omkadering
Op basis van hun financierbare leerlingen op 1 februari van het voorafgaande schooljaar krijgen alle academies een pakket lestijden waarmee ze leerkrachten kunnen aanstellen. De salaristoelage, ook wel omkadering genoemd, wordt net als vóór het niveaudecreet lineair berekend en is niet geplafonneerd. Voor elke bijkomende financierbare leerling ontvangt de academie evenveel bijkomende omkadering.
Als vanouds duurt een lestijd 60 minuten in de podiumkunsten en 50 minuten in het domein beeldende en audiovisuele kunsten.
De huidige verloningscesuur blijft behouden. Daardoor worden leerkrachten met een masterdiploma in de 4de graad op masterniveau betaald. In de overige graden is er een maximale verloning op bachelorniveau.
Omkaderingscoëfficiënten
Het niveaudecreet hanteert een stelsel van omkaderingscoëfficiënten per graad van een domein, of per structuuronderdeel. De kortlopende studierichtingen vormen een afzonderlijk structuuronderdeel.
De omkaderingscoëfficiënten zijn gebaseerd op een breuk waarin de studieomvang de teller vormt en de groepsgrootte de noemer, zonder dat die factoren evenwel als zodanig in de regelgeving zijn opgenomen. Naarmate een leerling vordert in zijn leertraject, levert hij meer omkadering op.
Hoewel leerlingen in een domein meerdere opleidingen tegelijk kunnen volgen - zoals 2 muziekinstrumenten leren bespelen - tellen zij net als vóór het niveaudecreet maar 1 keer mee.
Leerlingen die op grond van het elders verworven competenties (EVC) een vrijstelling voor 1 of meer vakken gekregen hebben, leveren net als vóór het niveaudecreet minder omkadering op: 70% in de podiumkunsten en 85% in de beeldende en audiovisuele kunsten. Leerlingen die les volgen in dunbevolkte gebieden, in Brussel of Voeren, leveren dan weer meer omkadering op. Wegingsfactoren verhogen de omkadering met respectievelijk 5% en 40%.
Besteding lestijdenpakket
Lestijden
Een academie kan haar lestijdenpakket vrij besteden.
Met respect voor de spelregels die samenhangen met de verloningscesuur, verdeelt de academie de lestijden zelf over de verschillende opleidingen.
Maar zij kan ook lestijden inzetten voor de pianobegeleiding van leerlingen bij een concert, een proef of een dansles.
Pedagogische coördinatie
Om coördinerende taken op te nemen of om de directeur beleidsmatig te ondersteunen, kan een academie 3% van haar lestijden benutten voor pedagogische coördinatie. Een groter aandeel kan, als de personeelsleden daarmee akkoord gaan.
Voordrachtgevers
Net als in het secundair en het volwassenonderwijs maakt het niveaudecreet het mogelijk om experten van buiten de academie aan te trekken als voordrachtgevers.
Voordrachtgevers versterken de wisselwerking tussen het dko en:
- Maatschappelijke domeinen waarmee het inhoudelijk verbonden is
- De amateurkunsten
- De professionele kunsten
- De creatieve industrie
De academie krijgt middelen om die voordrachtgevers te vergoeden. Een lestijd wordt daartoe omgerekend naar een krediet. Een academie kan maximaal 5% van de omkadering omzetten naar krediet voor voordrachtgevers.
Leeractiviteiten op maat
Via het systeem van leeractiviteiten op maat kunnen academies ter aanvulling van het curriculum een lezingenreeks, masterclasses of een meerdaagse workshop organiseren. Zo dragen academies bij aan het levenslang leren van actieve kunstbeoefenaars en andere cultuurparticipanten. Of ze kunnen een project opzetten waaraan leerlingen van de verschillende domeinen deelnemen.
Administratief personeel en directeur
Naast de omkadering voor leerkrachten, heeft een academie ook recht op administratief personeel en een directeur. De regeling van vóór het niveaudecreet blijft behouden.
Nascholing en ICT
Academies ontvangen werkingsmiddelen en middelen voor nascholing en ICT-coördinatie. Ook daarvoor blijft de regeling van vóór het niveaudecreet behouden.
Een billijk evenwicht
De Vlaamse overheid wil schoolbesturen ondersteunen in hun inspanningen om een goed verspreid en toegankelijk deeltijds kunstonderwijs uit te bouwen en tegelijk de samenwerking met de scholen versterken.
Het niveaudecreet realiseert een billijk evenwicht tussen enerzijds de dynamiek in de sector (programmatie van nieuwe domeinen, graden, vestigingsplaatsen) en anderzijds het bewaren van de beheersbaarheid en voorspelbaarheid van de Vlaamse begroting.
Twee financieringsmechanismen zorgen voor dat evenwicht:
- De solidariteitsfactor, waardoor de kosten van nieuwe oprichtingen globaal gecompenseerd worden in de omkaderingsberekening.
- Leerlingen die overzitten in de 4e graad leveren 50% van de omkadering op. Die maatregel spoort academies aan om oordeelkundig na te gaan voor welke leerlingen overzitten verantwoord is.