- Uitbetaling in mei
- Is je vakantiegeld hoger en je eindejaarstoelage lager?
- Voorwaarden
- Hoeveel vakantiegeld krijg je?
- Aanvullend vakantiegeld voor schoolverlaters
- Extra informatie
Uitbetaling in mei
Je vakantiegeld wordt uitbetaald op 25 mei 2023.
Is je vakantiegeld hoger en je eindejaarstoelage lager?
Van 2014 tot en met 2020 kreeg je als vastbenoemd personeelslid minder vakantiegeld door een begrotingsmaatregel. Als compensatie ontving je een hogere eindejaarstoelage.
Die maatregel is niet meer van kracht sinds 2021 zoals bepaald in CAO XI. Daarom ontvang je als vastbenoemde in mei 2023 meer vakantiegeld en in december een lagere eindejaarstoelage.
(Ter vergelijking: de berekeningsbasis van het vakantiegeld voor alle personeelsleden bedraagt sinds 2021 92% van het brutosalaris van de referentiemaand. Voor personeelsleden die onder de begrotingsmaatregel vielen was dit 70,26% in de periode 2014-2020.)
Voorwaarden
Vakantiegeld ontvang je in de maand mei, als je aan 2 voorwaarden voldoet:
- Je werkte in het vorige kalenderjaar (of referentiejaar) in het onderwijs.
- Het ministerie betaalde je salaris voor die prestaties.
Hoeveel vakantiegeld krijg je?
Afhankelijk van je prestaties
Je ontvangt vakantiegeld in verhouding tot de geleverde prestaties.
- Heb je een betrekking met volledige prestaties, dan heb je recht op het maximum.
- Werkte je minder, dan wordt het bedrag aangepast in verhouding tot de duur en de omvang van je afwezigheid. Zwangerschapsverlof telt niet als een afwezigheid en geeft dus recht op vakantiegeld.
- Heb je maar enkele korte periodes in het onderwijs gewerkt, dan berekent de administratie voor elk van die periodes het vakantiegeld en telt zij alles samen.
- Lever je meer dan volledige prestaties, dan ontvang je voor die extra prestaties geen extra vakantiegeld.
Berekening vakantiegeld 2023
De berekeningsbasis van het vakantiegeld voor alle personeelsleden bedraagt 92% van het brutosalaris van de referentiemaand.
Bij de bepaling van het brutobedrag van het vakantiegeld wordt rekening gehouden met onder meer je prestaties tijdens het referentiejaar. Het referentiejaar is het voorafgaande kalenderjaar.
De bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30/1/1979 blijven gelden.
Voorbeeld
Voor salarisschalen 141/148/301 – kleuteronderwijzer, onderwijzer, regent, bachelor:
Een in 2022 tijdelijk aangestelde onderwijzer met een lesopdracht van 24/24, salarisschaal 148 heeft op 1 maart 2023 een geldelijke anciënniteit van 3 jaar en 2 maanden en ontvangt 2.952,85 euro bruto vakantiegeld.
De berekening:
- Geïndexeerd jaarsalaris van maart 2023 = 38.515,37 euro
- Geïndexeerd maandsalaris van maart 2023 = 3.209,61euro
- 92% van dit geïndexeerde maandsalaris = 2.952,85 euro
- Inhouding (‘beperking’) van 13,07% = 2.566,91 euro
De bepaling van het brutobedrag van het vakantiegeld houdt rekening met de prestaties tijdens het referentiejaar 2022. In dit voorbeeld heeft het personeelslid gedurende het hele referentiejaar 2022 voltijds gewerkt. Als dat niet het geval is, vermindert het brutobedrag van het vakantiegeld proportioneel.
Centra voor Basiseducatie (CBE)
Ook voor de personeelsleden van de centra voor basiseducatie (CBE) bedraagt het vakantiegeld 92% van het geïndexeerde maandsalaris van de referentiemaand maart 2023.
Aanvullend vakantiegeld voor schoolverlaters
Was je schoolverlater in het jaar voor het jaar dat je vakantiegeld ontvangt, dan krijg je ook vakantiegeld voor de periode tussen 1 januari en de datum van je eerste indiensttreding. Dit alleen als je voldoet aan 2 voorwaarden:
- Je was jonger dan 25 jaar op 31 december van dat jaar.
- Je trad binnen de 4 maanden na het afstuderen voor de eerste maal in dienst in het onderwijs. Heb je tijdens die 4 maanden ook in de privésector gewerkt, dan wordt die periode in mindering gebracht.
Zelf aanvragen
Je moet zelf de aanvraag in orde brengen.
Vul het aanvraagformulier voor aanvullend vakantiegeld in en bezorg dat zo snel mogelijk via je schoolsecretariaat aan het ministerie van Onderwijs:
Extra informatie
Verwante pagina’s
Regelgeving
- Omzendbrief akkoorden sociale programmatie 2012-2014. Maatregelen geldelijk statuut (PERS/2014/02)
- KB toekenning vakantiegeld (30/01/1979)