Onderstaande lijst bevat eindtermen en ontwikkelingsdoelen voor het secundair onderwijs die expliciet en impliciet verband houden met eerste hulp. Deze selectie is niet exhaustief.
- Eindtermen EHBO 1ste graad
- Vakgebonden eindtermen 2de graad
- Vakgebonden eindtermen 3de graad
- Vakoverschrijdende eindtermen
Eindtermen EHBO1ste graad
Competenties op het vlak van lichamelijk, geestelijk en emotioneel bewustzijn/gezondheid
Een gezonde levensstijl opbouwen, onderhouden en versterken
- ET 1.4 De leerlingen lichten de technieken voor eerste hulp bij ongevallen en noodsituaties toe.
- ET 1.5 De leerlingen passen technieken voor eerste hulp bij ongevallen voor verstuiking, bloedneus, wonde, brandwonde (volgens geldende richtlijnen) in een gesimuleerde leeromgeving toe.
Wat moeten de leerlingen kennen en kunnen?
De leerlingen:
- Kennen de vier stappen van eerste hulp:
- Zorgen voor veiligheid
- Het beoordelen van de toestand van het slachtoffer
- Het alarmeren van de hulpdiensten
- Het verder verlenen van eerste hulp
- Kunnen de kenmerken en risicofactoren opsommen van bepaalde ongevallen: verstuiking, wonde, bloedneus, brandwonde.
- Kunnen in eigen woorden zeggen wat ze kunnen doen als eerste hulpverlener bij volgende ongevallen: verstuiking, wonde, bloedneus, brandwonde.
- Passen de technieken voor eerste hulp bij volgende ongevallen: verstuiking, bloedneus, wonde, brandwonde (volgens geldende richtlijnen) toe in een gesimuleerde leeromgeving.
- Kunnen de kenmerken en risicofactoren opsommen van bepaalde noodsituaties: verdrinking, verstikking, hart- en ademhalingsstilstand.
- Kunnen in eigen woorden zeggen wat ze kunnen doen als eerste hulpverlener bij bepaalde noodsituaties: verdrinking, verstikking, hart- en ademhalingsstilstand.
Vakgebonden eindtermen 2de graad
Expliciet
Lichamelijke opvoeding (gelijk voor alle studierichtingen)
1. Motorische competenties
1.1 Verantwoord en veilig bewegen
De leerlingen:
ET 1: kunnen in welbepaalde bewegingssituaties verantwoordelijkheid opnemen omtrent elkaars veiligheid door afspraken en regels na te leven.
2. Ontwikkelen van een gezonde en veilige levensstijl
De leerlingen:
ET 20: herkennen en reageren gepast op onveilige bewegingssituaties;
ET 21: passen welbepaalde hygiënische basisregels spontaan toe.
3. Ontwikkeling van het zelfconcept en het sociaal functioneren
De leerlingen:
ET 28*: kunnen respectvol omgaan met het eigen lichaam en met dat van anderen.
Nederlands (gelijk voor alle studierichtingen, niet voor bso)
2. Spreken/gesprekken voeren (koppeling luisteren)
De leerlingen:
ET 10: kunnen op structurerend niveau voor een onbekend publiek:
- routes, situaties, personen beschrijven;
- gebeurtenissen verslaan.
Project algemene vakken (bso) - Functionele taalvaardigheid
De leerlingen:
ET 3: zijn mondeling assertief: ze kunnen informatie inwinnen, samenvatten en meedelen.
4. Organisatiebekwaamheid
De leerlingen:
ET 25: kunnen hulp inroepen.
Vakgebonden eindtermen 3de graad
Expliciet
Lichamelijke opvoeding (gelijk voor alle studierichtingen, met uitzondering van 3de leerjaar BSO)
1. Ontwikkeling van motorische competenties
De leerlingen:
ET 1: kunnen in nieuwe bewegingssituaties verantwoordelijkheid opnemen door gezamenlijk afgesproken veiligheidsregels toe te passen;
ET 2: kunnen medeleerlingen helpen wanneer de bewegingssituatie dit vereist.
2. Ontwikkeling van een gezonde en veilige levensstijl
De leerlingen:
ET 17: kunnen hun kennis rond reanimatie vertalen naar risicovolle bewegingssituaties;
ET 18: kunnen eerste hulp bieden bij ongevallen in bewegingssituaties.
Lichamelijke opvoeding (3e jaar 3de leerjaar bso)
2. Gezonde en veilige levensstijl
De leerlingen:
ET 9*: leven veiligheidsafspraken na en vertonen spontaan veilig gedrag.
3. Ontwikkeling van het zelfconcept en het sociaal functioneren
De leerlingen:
ET 12*: dragen zorg voor kledij en materiaal, hebben aandacht voor hygiëne en milieu en tonen respect voor anderen.
Project algemene vakken (1ste en 2de leerjaar bso) - Functionele taalvaardigheid
De leerlingen:
ET 6: kunnen zich mondeling duidelijk uiten.
3. Functionele informatieverwerving en -verwerking
De leerlingen:
ET 11: kunnen relevante informatie in concrete situaties vinden, selecteren en gebruiken.
6. Maatschappelijk en ethisch bewustzijn, weerbaarheid en verantwoordelijkheid
De leerlingen:
ET 31*: zijn gemotiveerd om te zorgen voor de eigen gezondheid en het eigen welzijn en dat van anderen;
ET 32*: nemen spontaan een veilige houding aan in dagelijkse situaties.
Project algemene vorming (3de leerjaar bso)
4. Problemen oplossen
De leerlingen:
ET 25: kunnen bij het oplossen van problemen rekening houden met comfort, veiligheid en hygiëne.
Nederlands (aso, kso, tso)
2. Spreken/gesprekken voeren
ET 9: De leerlingen kunnen op structurerend niveau t.a.v. een onbekend publiek:
- Instructies geven (was vroeger anders geformuleerd)
ET 9: De leerlingen kunnen op een beoordelend niveau aan een onbekend publiek:
- Inlichtingen vragen, aanvragen doen, klachten/bezwaren formuleren (rechtstreeks/door middel van telefoon);
- Activerende boodschappen formuleren.
Impliciet
Project algemene vakken (1ste en 2de leerjaar bso)
6. Maatschappelijk en ethisch bewustzijn, weerbaarheid en verantwoordelijkheid
De leerlingen:
ET 30*: zijn verkeersverantwoordelijk.
Lichamelijke opvoeding (3de leerjaar bso)
3. Ontwikkeling van het zelfconcept en het sociaal functioneren
De leerlingen:
ET 13: kunnen kritisch met de nevenverschijnselen van de sport omgaan.
Vakoverschrijdende eindtermen
Expliciet
Gemeenschappelijke stam
De leerlingen:
ET 1: (communicatief vermogen) brengen belangrijke elementen van communicatief handelen in de praktijk;
ET 4: (doorzettingsvermogen) blijven, ondanks moeilijkheden, een doel nastreven;
ET 5: (empathie) houden rekening met de situatie, opvattingen en emoties van anderen;
ET 9: (flexibiliteit) zijn bereid zich aan te passen aan wisselende eisen en omstandigheden;
ET 10: (initiatief) engageren zich spontaan;
ET 18: (respect) gedragen zich respectvol;
ET 20: (verantwoordelijkheid) nemen verantwoordelijkheid op voor het eigen handelen, in relaties met anderen en in de samenleving.
Context 1: lichamelijke gezondheid en veiligheid
De leerlingen:
ET 1: verzorgen en gedragen zich hygiënisch;
ET 9: nemen voorzorgsmaatregelen tegen risicovol lichamelijk contact;
ET11: passen veiligheidsvoorschriften toe en nemen voorzorgen voor een veilige leef- en werkomgeving;
ET 12: roepen hulp in en dienen eerste hulp en CPR toe.
Context 2: mentale gezondheid
De leerlingen
ET 3: erkennen probleemsituaties en vragen, accepteren en bieden hulp.
Impliciet
Context 1: lichamelijke gezondheid en veiligheid
De leerlingen:
ET 10: participeren aan gezondheids- en veiligheidsbeleid op school.