Deze pagina maakt, samen met 3 verwante pagina's, deel uit van de omzendbrief indiensttreding van een tijdelijk personeelslid.
Omzendbrief en verwante pagina's
Attesten
- Studiebewijs
- Uittreksel uit het strafregister of gelijkwaardig document
- Nationaliteitsafwijking
- Taalafwijking
- Haardtoelage
Studiebewijs
Aan de hand van het studiebewijs toont het personeelslid aan dat hij voldoet aan de vereiste inzake bekwaamheidsbewijzen voor het ambt of vak waarin hij fungeert.
Daarnaast bewijst het diploma dat het personeelslid voldoet aan de taalregelgeving. Indien het diploma dat aan het personeelslid de aanstelling verleent niet in het Nederlands behaald is, dan bestaan er een aantal mogelijkheden om zich toch met de taalwetgeving in orde te stellen.
U bezorgt het werkstation een goed leesbare kopie van het diploma(‘s) en de diplomasupplementen van het personeelslid. De kopie(s) hoeven niet eensluidend te worden verklaard door het gemeentebestuur.
Met ingang van 1 maart 2019 moet u in principe geen kopies van studiebewijzen meer insturen. Het werkstation haalt de studiebewijzen voortaan op uit de leer- en ervaringsbewijzendatabank (LED).
Uitzondering: bij studiebewijzen uitgereikt in het volwassenenonderwijs vóór 1 september 2015 en bij studiebewijzen uitgereikt in een ander onderwijsniveau vóór 1 september 2010, stuurt u zoals voorheen een kopie. U bezorgt het werkstation een goed leesbare kopie van het diploma(‘s) en de diplomasupplementen van het personeelslid. De kopie(s) hoeven niet eensluidend te worden verklaard door het gemeentebestuur. Voor een beperkt aantal bekwaamheidsbewijzen die niet in de LED worden opgenomen, zoals niet-Vlaamse studiebewijzen, sommige levensbeschouwelijke bekwaamheidsbewijzen of attesten van taalkennis, zal het werkstation een kopie opvragen bij het schoolsecretariaat.
Let op: Het werkstation kan slechts een salaris uitbetalen vanaf de datum van behaling van het studiebewijs.
Voorbeeld: Een pas afgestudeerde onderwijzer wordt aangesteld van 1-9-2005 tot en met 30-06-2006. Gezien hij slechts op 12-9-2005 geproclameerd werd als onderwijzer, kan hij slechts vanaf die dag door het werkstation bezoldigd worden.
Een personeelslid kan ook aangesteld zijn met een buitenlands diploma, dus een diploma uitgereikt door een onderwijsinstelling die behoort tot een onderwijssysteem van een ander land. Deze buitenlandse diploma's moeten officieel erkend worden door het ministerie van Onderwijs en Vorming na een individuele erkenningprocedure.
Let op: Wanneer een personeelslid aangesteld wordt op basis van een "ander" bekwaamheidsbewijs moet het schoolbestuur op eer verklaren dat het geen kandidaat vindt met een vereist of voldoend geacht bekwaamheidsbewijs.
Voor de instellingen die elektronisch met het werkstation communiceren, legt u de verklaring op eer af door het aankruisen van het veldje "geen kandidaat VE/VO" in de opdrachtmelding RL-1. Voor de instellingen die niet elektronisch met het werkstation communiceren gebeurt dat door middel van het formulier "Melding van de opdracht van een personeelslid" waar u in de rubriek "opmerkingen" deze verklaring op eer noteert.
Uitzondering: de verklaring op eer moet niet:
- voor een interim van maximum 97 dagen;
- wanneer de kandidaat een ander bekwaamheidsbewijs heeft omdat hij/zij nog niet in het bezit is van een bewijs van pedagogische bekwaamheid. Dan mag hij/zij aangeworven worden voor de duur die nodig is om het bewijs van pedagogische bekwaamheid te behalen, vermeerderd met één schooljaar. De bedoelde periode loopt ononderbroken vanaf de eerste september die volgt op de eerste aanstelling van het personeelslid in het betrokken onderwijsniveau.
Uittreksel uit het strafregister of gelijkwaardig document
1) Het personeelslid is gedomicilieerd in België
Aan de hand van een uittreksel uit het strafregister model 596.2 SV (het vroegere model 2) toont een personeelslid aan dat hij over zijn burgerlijke en politieke rechten beschikt.
Daarnaast bewijst hij met dit attest eveneens zijn nationaliteit.
Voor een uittreksel uit het strafregister gaat het personeelslid langs bij het gemeentebestuur van zijn woonplaats. Het personeelslid houdt er best rekening mee dat dit uittreksel niet onmiddellijk wordt afgeleverd.
Het uittreksel mag bij indiensttreding niet ouder zijn dan 1 maand.
Let op: Voor sommige personeelsleden volstaat het bewijzen van de nationaliteit niet. Zij voldoen pas volledig aan de nationaliteitsvoorwaarde indien ze een ook afschrift bezorgen van de toelating tot arbeid die door de Vlaamse overheid wordt afgeleverd.
2) Het personeelslid is niet gedomicilieerd in België
Een personeelslid dat niet in België woont, kan in België geen uittreksel uit het strafregister krijgen. Hij moet een gelijkwaardig document voorleggen. Welke documenten bestaan en door welke overheid ze worden afgeleverd, verschilt van land tot land. Een getuigschrift van goed zedelijk gedrag, een moraliteitsattest, een uittreksel uit het strafregister of een gelijkwaardig document afgeleverd door de bevoegde buitenlandse instantie behoren tot de mogelijkheden.
Aan de hand van dit gelijkwaardig document toont het personeelslid aan dat hij over de burgerlijke en politieke rechten beschikt.
Indien de nationaliteit erop vermeld wordt, bewijst hij met document eveneens zijn nationaliteit. Wordt de nationaliteit er niet op vermeld, dan moet het personeelslid een ander officieel document voorleggen waaruit de nationaliteit blijkt.
Let op: Voor sommige personeelsleden volstaat het bewijzen van de nationaliteit niet. Zij voldoen pas volledig aan de nationaliteitsvoorwaarde indien ze een ook afschrift bezorgen van de toelating tot arbeid die door de Vlaamse overheid wordt afgeleverd.
Nationaliteitsafwijking
Personeelsleden die geen onderdaan zijn van een lidstaat van de E.U. of van de E.V.A, kunnen alleen onder bepaalde voorwaarden een aanstelling krijgen. Zij moeten in het bezit zijn van een toelating tot arbeid en moeten een vrijstelling van de nationaliteitsvereiste (nationaliteitsafwijking) hebben. Deze vrijstelling wordt verleend door het ministerie van Onderwijs en Vorming en wordt aangevraagd aan de hand van een standaardformulier. De toelating tot arbeid moet niet aan het werkstation worden bezorgd.
Alvorens de nationaliteitsafwijking toe te staan, vraagt het ministerie altijd advies aan de Dienst Vreemdelingenzaken. Het ministerie volgt ook altijd dat advies
Let op: de nationaliteitsafwijking is persoonsgebonden en hoeft niet elk schooljaar opnieuw aangevraagd te worden. Wel wil het werkstation op de hoogte gebracht worden indien betrokkene zijn nationaliteit heeft veranderd.
Taalafwijking
Als een directeur (in het gemeenschapsonderwijs of een centrum voor basiseducatie) of een inrichtende macht (in het gesubsidieerd onderwijs) moeilijkheden ondervindt om een personeelslid aan te werven dat niet onmiddellijk beantwoordt aan de taalvereiste, kan die voor het personeelslid een tijdelijke afwijking aanvragen. De procedure staat beschreven in de omzendbrief PERS/2010/01 van 19 januari 2010.
Haardtoelage
Een personeelslid heeft recht op een haard- of standplaatstoelage wanneer:
- hij een hoofdambt uitoefent,
- hij niet terbeschikking gesteld is,
- zijn salaris een welbepaalde grens niet overschrijdt
Een haardtoelage vraagt u aan via een standaardformulier.
De toelage wordt toegekend aan:
- het gehuwde of samenwonende personeelslid, tenzij de haardtoelage wordt toegekend aan zijn echtgenoot of partner;
- het alleenstaande personeelslid met ten minste één kind ten laste dat recht geeft op kinderbijslag;
Een standplaatstoelage wordt toegekend aan het personeelslid dat niet aan de voorwaarden voldoet om een haardtoelage te ontvangen.
Wanneer gehuwde of wettelijk samenwonende partners beiden aan de voorwaarden voldoen voor een haard- of standplaatstoelage, wordt de begunstigde in wederzijds akkoord aangeduid.
- Omzendbrief indiensttreding van een tijdelijk personeelslid (PERS/2005/09)