2 maatregelen ondersteunen scholen en leraren voortaan bij betwistingen door ouders en leerlingen.
Vermoeden van deskundigheid bij evaluatiebeslissingen
Het vermoeden van deskundigheid van de klassenraad gaat ervan uit dat een klassenraad steeds deskundig handelt:
- Bij de beoordeling van de vorderingen van een leerling
- Bij de motivering van evaluatiebeslissingen
Als ouders of leerlingen vinden dat er onwettelijk is gehandeld, moeten zij dat met concrete argumenten aantonen. Het is dus niet aan leraren of de klassenraad om het tegendeel te bewijzen.
Scholen communiceren nog steeds op regelmatige basis en tijdig over de studievorderingen van een leerling.
Klassenraden blijven verplicht om evaluatiebeslissingen schriftelijk te motiveren.
Bij een betwiste evaluatiebeslissing moeten de interne beroepscommissies ook rekening houden met het vermoeden van deskundigheid. Ouders of leerlingen kunnen het vermoeden van deskundigheid enkel in twijfel trekken door concrete argumenten aan te voeren.
Meer info over het vermoeden van deskundigheid vind je terug in de omzendbrief vermoeden van deskundigheid en tussenkomst in juridische kosten.
Tussenkomst juridische kosten
De school- of centrumbesturen uit het basisonderwijs, secundair onderwijs of deeltijds beroepssecundair onderwijs kunnen onder bepaalde voorwaarden een tussenkomst van de overheid vragen voor juridische kosten die zij gemaakt hebben.
Voor volgende kosten kunnen school- of centrumbesturen een tussenkomst vragen:
- Verdediging voor een extern rechtscollege (bijvoorbeeld Raad van State of een burgerlijke rechtbank) over een tucht- of evaluatiedossier van een leerling
- Procedure voor een rechtbank waarbij zij optreden als eisende, benadeelde of burgerlijke partij tegen daders van onrechtmatig gedrag (geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag) tegen hun personeelsleden
De school- of centrumbesturen dienen hun aanvraag in via het formulier ‘Aanvraag voor een tussenkomst in juridische kosten’ in de webapplicatie op Mijn Onderwijs.