Persbericht kabinet Vlaams minister van Onderwijs, 2 september 2016
Het aandeel STEM-leerlingen in het onderwijs is het voorbije schooljaar opnieuw gestegen. Meer en meer leerlingen met een STEM-diploma secundair onderwijs stromen ook door naar een STEM-richting in het hoger onderwijs. Het aandeel meisjes dat kiest voor een STEM-richting in de 3e graad stijgt met zo’n 2%. Maar voldoende aandacht voor de instroom in TSO en BSO en voor deelname van meisjes in het algemeen blijft belangrijk. Dat blijkt uit de STEM monitor 2016, gebaseerd op het school- en academiejaar 2014-2015.
Om loopbanen in wiskunde, exacte wetenschappen en techniek te stimuleren, stippelde de Vlaamse Regering een STEM-actieplan uit tot 2020. STEM staat voor Science, Technology, Engineering and Mathematics. Doel is om meer jongeren aan te trekken en positief te motiveren voor wetenschappelijke en technische studierichtingen en beroepen. Dit beantwoordt aan de behoeften van de kennissamenleving en de arbeidsmarkt. Wie kiest voor STEM, kiest voor de toekomst.
Secundair onderwijs
Instroom 2de graad
Het aandeel leerlingen dat instroomt in STEM-richtingen in de 2e graad stijgt opnieuw licht dit jaar tot 35,50%, goed voor een 24.567 leerlingen. Een evolutie die het voorbije jaar doorheen alle onderwijsvormen merkbaar was en die zich naar alle waarschijnlijkheid de volgende jaren zal verderzetten in de 3e graad en het hoger onderwijs. Het hoogste aandeel leerlingen dat kiest voor een STEM-richting vinden we terug in het BSO (41,50%), gevolgd door TSO (37,99%) en ASO (32,63%). Bijna een kwart van de meisjes kiest voor een STEM-richting. Dat is opnieuw een lichte stijging, toe te schrijven aan het ASO. In het TSO en BSO daalt hun aandeel.
Instroom 3de graad
Het aandeel leerlingen dat kiest voor een STEM-richting aan de start van de derde graad stijgt opnieuw lichtjes dit jaar naar 43,89%, goed voor zo’n 30.100 leerlingen. Het aandeel meisjes dat kiest voor een STEM-richting stijgt met zo’n 2%.
- Technisch Secundair onderwijs (TSO): het aandeel STEM-leerlingen in het TSO stijgt opnieuw, na 2 dalende jaren, 40,36% van de leerlingen kiest nu voor een STEM-richting. Het % meisjes blijft ook hier laag met 15,43%, dat is status quo voor de laatste jaren.
- Beroeps Secundair Onderwijs (BSO): het aandeel STEM-leerlingen in het BSO stijgt opnieuw, na 2 dalende jaren. 36,24% van de leerlingen kiest nu voor een STEM-richting. Van de meisjes kiest slechts 3,66% voor STEM, dat is een daling.
- Algemeen Secundair Onderwijs (ASO): het aantal STEM-leerlingen in het ASO is hoog, zo’n 53% van de leerlingen kiest voor een STEM-richting. Dat is een lichte stijging. Van de meisjes kiest zo’n 49,50% voor STEM.
- Kunst Secundair Onderwijs (KSO): 19,85% van de leerlingen in het KSO volgt een STEM-richting, dat is een daling ten opzicht van vorige jaar. Van de meisjes kiest 61,36% voor STEM, dat is een stijging.
STEM-diploma’s (uitstroom)
Het aandeel uitstromende leerlingen met een STEM-diploma is doorheen de jaren constant en schommelt rond de 44%. In het ASO neemt het aandeel toe, in BSO en KSO daalt het en in TSO blijven de cijfers constant. Steeds meer leerlingen met een STEM-diploma secundair onderwijs stromen door naar een STEM-richting in het hoger onderwijs, ook steeds meer meisjes.
Hoger onderwijs
In het hoger onderwijs noteren we eveneens een verdere stijging van het aandeel studenten dat instroomt in een STEM-richting, zowel in de academische als in de professionele bachelors. Het aandeel vrouwen in STEM-richtingen neemt toe in zowel de professionele bachelor als de masteropleidingen. Het % vrouwen blijft het grootste in de academische opleidingen. Het studierendement van STEM-studenten ligt hoger dan voor andere studenten. Ruim 1 op 4 van de uitgereikte diploma’s is een STEM-diploma.
Doelstellingen 2020
De STEM monitor 2016 toont dat de vooropgestelde doelstellingen voor 2020 dichterbij komen, maar vraagt tegelijk ook blijvend aandacht voor de participatie van meisjes en de instroom in TSO en BSO. Minister Crevits en minister Muyters zullen de komende periode verder inzetten op STEM-opleidingen en -beroepen. De modernisering van het secundair onderwijs moet sterke STEM-gerichte TSO- en BSO richtingen nog aantrekkelijk maken, ook voor meisjes. Jongeren zullen meer kunnen proeven van verschillende vakken. Richtingen zullen duidelijker aangeven waartoe ze leiden en scholen worden verder gestimuleerd om te evolueren naar campus- of domeinscholen. De bevindingen van de STEM monitor moeten de leden van het STEM-platform ook ondersteunen bij de actualisatie van de STEM-strategie.
Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits: “De arbeidsmarkt blijft sterk vragende partij voor technisch en wetenschappelijk geschoolden uit het secundair en het hoger onderwijs. De specifieke aandacht voor STEM binnen ons onderwijs, maar ook buitenschools, moet verder vruchten afwerpen. Heel wat kinderen en jongeren tonen interesse voor techniek en wetenschappen. De modernisering van ons secundair onderwijs maakt een duidelijke keuze voor STEM als een sterk studiedomein en stimuleert scholen om te evolueren naar campus- of domeinscholen. Een solide basis om jongeren bewust te doen kiezen en goed te oriënteren.”
Vlaams minister van Werk, Economie en Innovatie Philippe Muyters: “1 op de 3 vacatures gaat over een STEM-beroep. De bedrijfswereld schreeuwt om goed geschoolde mensen in technische richtingen. Ondanks de stijgende instroom in het onderwijs voor de STEM-richtingen, blijft de doorstroom naar STEM-beroepen nog te laag. Samen met de sectoren zetten we daar onze schouders onder. Openbedrijvendag staat dit jaar bijvoorbeeld volledig in het teken van STEM. Ik onderschrijf het motto: “STEM voor de toekomst van Vlaanderen!”
Meer informatie:
(744 kB)