Een personeelslid beschikt over een ander bekwaamheidsbewijs en kan door de overgangsregeling benoemd worden als leraar. Kan hij of zij in de toekomst aangesteld worden als (adjunct-) directeur? Blijven de overgangsmaatregelen gelden gedurende de hele loopbaan? Of enkel nu bij de overgang?
De personeelsleden die in 2017 aangesteld zijn voor onbepaalde duur in een functie in een centrum voor basiseducatie op basis van de toenmalige regelgeving, en die vanaf 1 januari 2018 ingevolge de nieuwe regelgeving niet in het bezit zouden zijn van een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs, worden toch geacht te beschikken over een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs in het overeenstemmende ambt. De vereiste is dat zij in 2017 een aanstelling hadden van onbepaalde duur. De overgangsmaatregel blijft tijdens de volledige loopbaan gelden voor dat welbepaald ambt maar geldt niet voor andere ambten die het personeelsleden eventueel later opneemt. Dit personeelslid kan nu of in de toekomst benoemd worden als leraar maar niet als (adjunct)-directeur. Daartoe zal hij in eerste instantie een bewijs van pedagogische bekwaamheid moeten behalen.
Moeten tijdelijke personeelsleden ook een nieuw Model 2 opsturen?
Neen, enkel voor personeelsleden die een vaste benoeming krijgen geldt de voorwaarde om een recent (max. 1 jaar voor de start van de vaste benoeming) ‘Model 2’ af te leveren.
Heeft een personeelslid dat in december 2017 in dienst is bij een centrum en reeds meer dan 2 jaar dienstanciënniteit heeft opgebouwd, op 1 januari 2018 recht op een aanstelling van onbepaalde duur?
Indien het personeelslid een dienstanciënniteit van 24 maanden binnen een maximale periode van 36 maanden heeft opgebouwd, dan heeft dit personeelslid recht op een aanstelling van onbepaalde duur bij de inwerkingtreding van het decreet Rechtspositie Basiseducatie. Indien dit op 1 januari 2018 niet het geval is, wordt dit personeelslid aangesteld voor bepaalde duur. Ook de medewerkers die op niet-decretale middelen staan hebben recht op dergelijke aanstelling van onbepaalde duur. Dit recht moet losgekoppeld worden van de financieringsbron van de tewerkstelling.
Kan een personeelslid naast een aanstelling van onbepaalde duur ook een aanstelling van bepaalde duur krijgen voor korte omschreven projecten of ter vervanging van een zieke collega?
Als het personeelslid conform het decreet recht heeft op een aanstelling van onbepaalde duur zou het een vreemde praktijk zijn dit personeelslid een aanstelling van bepaalde duur te geven. Het volume van de aanstelling van onbepaalde duur kan steeds uitgebreid worden met het oog op het opnemen van korte opdrachten. Indien de middelen gekoppeld aan een korte opdracht wegvallen, dan zal de aanstelling van onbepaalde duur van rechtswege beperkt worden tot de opdracht van onbepaalde duur. In het geval van de terugkeer van de titularis van de betrekking, zal het volume van tewerkstelling aangepast worden naar de nog werkelijke uitgevoerde opdracht.
Voorbeeld: een personeelslid met een aanstelling van onbepaalde duur kan voor 18/36 tewerkgesteld zijn met decretale middelen en door uitbreiding van de aanstelling voor 18/36 in een PWB-betrekking. Van zodra de PWB-betrekking wordt beëindigd en deze betrekking niet meer subsidieerbaar is, zal het volume van de aanstelling van onbepaalde duur herleid worden naar 18/36.
Welk statuut hebben de personeelsleden die niet willen of kunnen vast benoemd worden op 1 januari 2018?
Die personeelsleden hebben recht op een tijdelijke aanstelling van onbepaalde duur indien de anciënniteitsvoorwaarde van 24 maanden dienstanciënniteit vervuld is.