Dienstanciënniteit
Hoe moeten de centra dienstanciënniteit hanteren om de ranglijst op te maken voor de personeelsleden die in aanmerking komen voor vaste benoeming?
Alle gepresteerde diensten komen in aanmerking voor de dienstanciënniteit.
Die diensten hoeven geen aan elkaar gesloten periodes te zijn. Elke periode telt mee. Bijvoorbeeld: tewerkstelling van 15 januari tot en met 15 februari telt als 1 maand dienstanciënniteit.
Vanaf 1 januari 2018:
- Tellen eveneens mee: verlofstelsels gelijkgesteld met dienstactiviteit en terbeschikkingstelling wegens ziekte.
- Tellen niet mee: periodes van non-activiteit zoals politiek verlof, onbezoldigde ziektedagen, voltijdse afwezigheid voor verminderde prestaties, tijdelijk pensioen na beslissing pensioencommissie, ongewettigde afwezigheid.
Voor de periode tussen 1 september 2008 en 31 december 2017 gelden dezelfde principes qua telling.
- Komen voor deze periode niet in aanmerking: onbezoldigde ziektedagen, voltijdse afwezigheid wegens persoonlijke aangelegenheden, ongewettigde afwezigheden.
- Alle andere dienstonderbrekingen komen wel in aanmerking: verlof voor het uitoefenen van een andere tewerkstelling, loopbaanonderbrekingen, zorgkrediet, verlof voor verminderde prestaties, bezoldigde ziektedagen en progressieve tewerkstelling.
- De schorsingen van de arbeidsovereenkomst zonder onderliggende aanstelling en dus niet conform het BVR verlof andere tewerkstelling (3 juli 2009), tellen niet mee bij de berekening van de dienstanciënniteit.
Is de startdatum voor de dienstanciënniteit de ondertekening van de arbeidsovereenkomst bij basiseducatie in 1990 of 2008?
Alle gepresteerde diensten voor 1 september 2008 die zijn opgenomen in de geldelijke anciënniteit worden in overeenstemming met de overgangsmaatregel meegeteld voor de berekening van de dienstanciënniteit.
De startwaarde van de dienstanciënniteit is 1 september 2008.
Met het oog op een vaste benoeming in het centrum is enkel de opgebouwde dienstanciënniteit in dat centrum bepalend. Dienstanciënniteit opgebouwd in een ander centrum telt dan niet mee.
Zie ook: Voorbeelden in verband met de overgangsmaatregelen.
Moet een personeelslid dat in een (CAO-erkende) schorsing momenteel niet in het centrum werkt, terugkeren naar het centrum om vast benoemd te kunnen worden? Wanneer moet het terugkeren?
Personeelsleden in een ‘verlof andere tewerkstelling’ op basis van het BVR verlof andere tewerkstelling (3 juli 2009) moeten niet terugkeren naar het centrum om vast benoemd te kunnen worden. Zij genieten een onderliggende aanstelling waarop het verlof wordt genomen.
Moet een personeelslid dat langdurig in ziekteverlof is, terugkeren om vast benoemd te kunnen worden?
Volgens de overgangsmaatregel komt een personeelslid in aanmerking voor vaste benoeming als het tewerkgesteld was in de afgelopen drie kalenderjaren 2014, 2015 en 2016, of in 2017 een nieuwe tewerkstelling kreeg. Personeelsleden die tijdens deze periode aaneensluitend in onbezoldigd ziekteverlof waren, moeten bij terugkeer hun rechten opnieuw opbouwen om in aanmerking te komen voor een vaste benoeming.
Was er wel een periode van tewerkstelling, dan kan het personeelslid vanuit de stand ‘ziekteverlof’ vast benoemd worden.
Komt een langdurig ziek personeelslid in aanmerking voor vaste benoeming als het tewerkgesteld was in 2014 en 2015 maar geen twee jaar dienstanciënniteit heeft opgebouwd gedurende de laatste drie jaar op 31 augustus 2017?
Het personeelslid voldoet aan de voorwaarde tot het valideren van de dienstanciënniteit in het overeenstemmende ambt (artikel 100). Maar om in aanmerking te komen voor vaste benoeming moet het ook voldoen aan artikel 39. Als het personeelslid geen 24 maanden dienstanciënniteit binnen een periode van 36 maanden in het overeenstemmende ambt heeft opgebouwd, dan komt het niet in aanmerking voor vaste benoeming. Onbezoldigd ziekteverlof telt niet mee voor de berekening van de dienstanciënniteit.
Een personeelslid is deeltijds vast benoemd voor 50 % in een bepaald ambt en er komt een tijdelijke betrekking bovenop. Heeft dit personeelslid dan onmiddellijk recht op een aanstelling van onbepaalde duur op basis van de dienstanciënniteit als vastbenoemde?
Ja, omdat het personeelslid al de nodige dienstanciënniteit heeft opgebouwd in een bepaald ambt, zal hij recht hebben op een aanstelling van onbepaalde duur voor de bijkomende tijdelijke betrekking in dat ambt.
Een personeelslid is vastbenoemd in een ander onderwijsniveau. Geldt deze vaste benoeming ook in een centrum voor basiseducatie?
Neen. Het personeelslid moet zijn rechten op een vaste benoeming opnieuw opbouwen in een betrekking ingericht door een centrum basiseducatie. Het vastbenoemd personeelslid kan vanuit een ander onderwijsniveau wel een afwezigheid van verminderde prestaties (AVP) nemen om een betrekking in de sector basiseducatie op te nemen. Via dit verlofstelsel kan het personeelslid dienstanciënniteit opbouwen met het oog op een vaste benoeming in het centrum voor basiseducatie.
Als een personeelslid maar 1 uur dienstactiviteit heeft, geldt de dienstanciënniteit dan voor de volledige opdracht of maar voor dat ene uur?
1 uur dienstactiviteit is voldoende om de dienstanciënniteit voor de volledige opdracht te laten meetellen.
Volume en rangorde
Als een deeltijds vastbenoemd personeelslid op de vooravond van een nieuwe benoemingsronde (tijdelijk) meer uren presteert, komt hij dan vooraan te staan - gezien de vermoedelijk hogere dienstanciënniteit op het centrum - bij de benoemingen? Of moet hij voor deze extra uren eerst een tijdelijk contract van onbepaalde duur verwerven (dus na 2 à 3 jaar) en komt hij dan vooraan te staan?
Het volume van de aanstelling van onbepaalde duur waarvoor het personeelslid aan de vooravond van vaste benoeming is aangesteld, is bepalend. Bij een hogere dienstanciënniteit komt het personeelslid dan ook vooraan op de lijst. De financieringsbron waarop het personeelslid op de vooravond is aangesteld is niet van belang.
Een personeelslid werkt momenteel 4/5 in contractvermindering sinds december 2016. En voorheen in verlofstelsels (loopbaanvermindering en ouderschapsverlof). Kan hij toch een voltijdse benoeming opnemen/opeisen (en vervolgens verlof of afwezigheid voor verminderde prestaties nemen)?
Als het personeelslid op de vooravond van de vaste benoeming een aanstelling heeft van 80%, dan kan een vaste benoeming maar voor 80 %. Indien het personeelslid 100% is aangesteld, waarvan 20% een verlofstelsel, dan is een benoeming voor 100% mogelijk.
Komen stafmedewerkers met een opdracht van 9/36 in aanmerking voor gedeeltelijke benoeming in de stafopdracht?
Ja, een personeelslid wordt benoemd voor het volume van zijn aanstelling van onbepaalde duur waarvoor het aan de vooravond van de vaste benoeming aangesteld is. In dit geval is dat 9/36.
Hoe zit het met vervangingscontracten? Wordt iemand met zo’n contract ook na 3 jaar benoemd?
Enkel als aan alle voorwaarden van vaste benoeming voldaan is. Het is dus geen automatisme. Het personeelslid zal op het moment van de vaste benoeming niet meer in een vervangingsopdracht staan maar kan wel via die weg de nodige dienstanciënniteit opbouwen. Opgelet, een aanstelling van onbepaalde duur eindigt van rechtswege als de titularis van de betrekking terugkeert.
Een medewerker komt in dienst op 26 augustus 2002 als educatief medewerker. Op 14 april 2014 krijgt hij een functiewijziging naar een staffunctie. Welke datum telt bij het bepalen van de plaats in de rangorde binnen de puntenenveloppe? De datum van de indiensttreding of van de functiewijziging?
De datum van indiensttreding. De opgebouwde dienstanciënniteit in het centrum bepaalt de rangorde.
Een medewerker komt in dienst op 14 juni 2014 als stafmedewerker. Voordien heeft deze medewerker via ‘verlof andere tewerkstelling’ in de LIGO federatie (vroegere Federatie Basiseducatie) gewerkt. Nadien werkte hij in de Vlaamse Onderwijsraad (VLOR), wat erkend is als geldelijke anciënniteit voor meer dan 7 jaar. Hoe wordt de rangorde binnen de puntenenveloppe bepaald? Telt de datum waarop hij in dienst trad als stafmedewerker, of wordt de periode geldelijke anciënniteit daar bijgeteld?
Als de tewerkstelling bij de LIGO federatie (vroegere Federatie Basiseducatie) valt onder ‘verlof andere tewerkstelling’ dan telt die aanstelling mee voor de dienstanciënniteit. Een tewerkstelling bij de VLOR is niet gedekt door dit verlofstelsel. Ondanks het feit dat deze periodes tussen 1 september 2008 en 31 december 2017 in aanmerking komen voor de geldelijke anciënniteit, komen ze niet in aanmerking als dienstanciënniteit. Conform de overgangsmaatregel komt de tewerkstelling bij de VLOR enkel in aanmerking als de diensten voor 1 september 2008 zijn gepresteerd.
Kunnen mensen die een deeltijds contract hebben (dus zonder verlofstelsel) een verhoging van opdracht (tot voltijds) aanvragen en zodra die opdracht er is met verlof of afwezigheid voor verminderde prestaties gaan?
Dat kan altijd. Het centrumbestuur beslist.
Houden we voor de berekening van het volume van vaste benoeming per persoon alleen rekening met decretale middelen, of ook met een opdracht binnen de extra middelen NT2 naar aanleiding van de asielcrisis en de verhoogde taalvereiste?
Voor het volume wordt enkel gekeken naar het volume van de aanstelling van onbepaalde duur op de vooravond van de vaste benoeming. De financieringsbron heeft geen belang, alleen kan de vaste benoeming enkel plaatsvinden binnen de organieke voltijdsequivalenten en puntenenveloppe.
Moet in de ranglijst behalve de naam en de rangorde ook de anciënniteit in jaren, maanden en dagen opgenomen worden?
Is er een sjabloon voor de ranglijst die aangeeft welke plaats een personeelslid inneemt?
De overheid stelt geen sjablonen beschikbaar voor de ranglijst. Elk centrumbestuur kan de lijst opmaken naar eigen keuze, zolang ze voldoet aan de decretale voorwaarden. Artikel 5 van het decreet omschrijft dienstancienniteit als “de periode die, ongeacht het volume van de opdracht, bestaat uit het aantal kalenderdagen dat een personeelslid presteert van het begin tot het einde van de ononderbroken activiteitsperiode […]”. Daarom is het aangeraden de dienstanciënniteit op te nemen tot op de dag.
Hoe moet de ranglijst bekend gemaakt worden? Via mail naar alle medewerkers of volstaat het de lijst uit te hangen?
Dat is niet decretaal bepaald. Je kan er best afspraken over maken in het lokaal comité.
Moet de ranglijst aan de vakbonden voorgelegd worden vóór 31 augustus?
Het opmaken van de lijst is een exclusieve bevoegdheid van het centrumbestuur. Het is wenselijk, gezien het informatierecht van de vakorganisaties, de lijsten in het lokaal comité voor te leggen wanneer ze definitief zijn opgemaakt.
Wat als personeelsleden niet akkoord gaan met hun plaats op de lijst?
Er zijn geen beroepsprocedures voorzien in het decreet. Het personeelslid heeft recht op inzage in zijn personeelsdossier en kan dit recht uiteraard inroepen. Een personeelslid kan juridische stappen ondernemen. Ook na de invoering van het statuut kan het personeelslid zich wenden tot de arbeidsrechtbank.
Als een personeelslid voor 50% vast benoemd wordt en nadien liever terug 80% wil werken, kan dit personeelslid dan uren bijvragen? En start de wachttijd dan apart voor die 30%?
Indien een vast benoemd personeelslid een uitbreiding van de vaste benoeming wil, dan moet dit personeelslid ook nog steeds aan alle benoemingsvoorwaarden voldoen. Concreet moet die dus ook voldoen aan 24 maanden DA in de laatste 36 maanden. Echter, gezien het feit dat het personeelslid reeds vast benoemd is, voldoet het automatisch aan die voorwaarde. Daarnaast blijft natuurlijk ook wel het principe gelden dat het personeelslid maar kan vast benoemd worden voor het volume aan aanstelling voor onbepaalde duur op de vooravond van de vaste benoeming. Een reeds vast benoemd personeelslid zal dus eerst moeten bijkomende tijdelijke uren opnemen (van onbepaalde duur) om nadien in de uren vast benoemd te kunnen worden op 1 januari. In de praktijk zal dit betekenen dat die personeelsleden vanaf 1 september en de start van het schooljaar extra uren zullen “vragen” bij hun centrumbestuur. Nadien kunnen zij dan kandideren, voor zover aan alle voorwaarden is voldaan.
Een medewerker wordt op 1/1/2018 vast benoemd voor 36/36. Stel dat zij binnen 10 jaar definitief minder wil gaan werken (bv. 29/36), kan zij dan voor 7/36 ontslag nemen en dus een deeltje van haar vaste benoeming opgeven?
Een gedeeltelijke ambtsneerlegging is mogelijk maar het is wel de bedoeling dat het personeelslid ten minste een halftijdse vast benoemde opdracht blijft uitoefenen.
Wat als er in de loop van het schooljaar betrekkingen vacant worden door pensioen, kunnen die dan nadien worden vacant verklaren?
Het centrumbestuur kan deze betrekkingen vacant verklaren. Met het oog op een vaste benoeming op 1 januari van het schooljaar wordt elke vacante betrekking, uiterlijk op 15 oktober van het kalenderjaar voorafgaand aan de datum van de vaste benoeming, door het centrumbestuur meegedeeld aan alle personeelsleden van het centrum. Het bestuur beslist wel welke ambten vacant worden verklaard.
Kan een personeelslid met een hoger diploma dan bachelor ook benoemd worden?
Aangezien de bekwaamheidsbewijzen bepalen welk diploma minimaal moet voorgelegd worden, vormt dit geen enkel probleem met het oog op een vaste benoeming.
Benoeming op punten
Een centrumbestuur kan in ten hoogste 90 % van de door haar toegekende organieke puntenenveloppe vast benoemen. Als een centrumbestuur over een puntenenveloppe van 500 punten beschikt, komen er dus 450 punten in aanmerking voor vaste benoeming. Welke ambten het centrumbestuur vacant verklaard binnen dit percentage van de totale puntenenveloppe van 90% beslist het centrumbestuur autonoom.
Moet een uitvoerend administratief medewerker vervangen worden als hij vanaf 1 september 2018 een verlof tijdelijk andere opdracht neemt om de functie van een ondersteunend administratief medewerker uit te oefenen?
Neen, als een ambt een heel schooljaar lang niet wordt ingericht, is er geen aanrekening voor dit ambt en kunnen de punten aangewend worden voor het inrichten van een ander ambt. De punten kunnen gebruikt worden voor het inrichten van een andere betrekking. Voor perioden van afwezigheid korter dan een schooljaar moet er steeds een vervanging gebeuren in hetzelfde ambt.
Wanneer is een vaste benoeming mogelijk in het ambt van adjunct-directeur?
Het ambt van adjunct-directeur kan pas ingericht worden vanaf 1 januari 2018. Vanaf dan gelden de bepalingen van artikel 39 met betrekking tot de vaste benoeming.