Welzijn en preventie
In elke werkomgeving, dus ook in jouw onderwijsinstelling, moeten werkgever, leidinggevenden en personeel aandacht hebben voor welzijn, veiligheid en gezondheid. Centraal staat de risicopreventie: via collectieve en individuele maatregelen risico’s vermijden, uitschakelen of de impact ervan inperken. Opleiding en sensibilisering zijn daarbij heel belangrijk.
Wetgeving over welzijn op het werk
Zowel Europese als federale en Vlaamse regelgeving vormen de wettelijke basis. Richtinggevend is de federale wet over welzijn op het werk. Die zogenoemde welzijnswet en de bijhorende uitvoeringsbesluiten zijn ook van toepassing op alle schoolbesturen, de leden van de schoolteams en zelfs een groot deel van de leerlingen, cursisten en studenten. Meer informatie vind je op Federale overheid - Reglementering van het welzijn op het werk.
Wie is wie in de zorg voor je welzijn?
Heel wat mensen in je onderwijsinstelling zorgen op een of andere manier voor je welzijn op het werk.
Het school- of centrumbestuur
Op de eerste plaats staat het school- of centrumbestuur, dat het welzijnsbeleid in je onderwijsinstelling moet uitwerken en (laten) uitvoeren. Het is de hoofdverantwoordelijke voor een doeltreffende preventie.
Om veiligheid, gezondheid en welzijn in je onderwijsinstelling te waarborgen, moet je bestuur:
- Een dynamisch risicobeheersingssysteem opstellen
- Informatie en opleiding geven
- Een interne dienst voor preventie en bescherming (IDPB) oprichten
- Een externe dienst voor preventie en bescherming (EDPB) aanstellen
- Het onderwijspersoneel raadplegen
Om die doelen te realiseren doet het bestuur een beroep op:
De hiërarchische lijn
De hiërarchische lijn moet in je onderwijsinstelling het uitgestippelde welzijnsbeleid uitvoeren. Ze houdt ook toezicht.
Het begrip hiërarchische lijn slaat op alle niveaus binnen de hiërarchie van je onderwijsinstelling: schoolbestuur, directeur, technisch adviseur (TA), technisch adviseur-coördinator (TAC), praktijkleerkracht ... behoren allemaal tot de hiërarchische lijn zoals bepaald in de welzijnswet.
De interne dienst voor preventie en bescherming op het werk (IDPB)
De interne dienst voor preventie en bescherming op het werk (IDPB) helpt je bestuur, de leden van de hiërarchische lijn, jou en je collega's bij de toepassing van de wettelijke en reglementaire bepalingen. Meer informatie vind je op Federale overheid - Diensten voor preventie en bescherming op het werk.
De preventieadviseur
De preventieadviseur helpt het bestuur van je onderwijsinstelling bij de uitvoering van het welzijnsbeleid. Hij adviseert, controleert, coördineert, analyseert ...
De preventieadviseur moet voldoende kennis bezitten over:
- De welzijnswetgeving van toepassing in de eigen organisatie
- De technische en wetenschappelijke aspecten van zijn opdracht
Een specifieke aanvullende vorming is vereist. Meer informatie op Federale overheid - Preventieadviseur.
De vertrouwenspersoon
De vertrouwenspersoon werkt samen met de preventieadviseur psychosociale aspecten in de bestrijding van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. De vertrouwenspersoon zorgt voor de opvang van personeelsleden die menen daarvan slachtoffer te zijn, en helpt hen met het zoeken naar oplossingen.
De aanwezigheid van een vertrouwenspersoon in een onderwijsinstelling is niet wettelijk verplicht. De wetgever beveelt het wel sterk aan, vooral in onderwijsinstellingen waar de preventieadviseur behoort tot de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. Zie Federale overheid - Psychosociale risico’s op het werk voor meer informatie.
Het comité voor bescherming en preventie op het werk
Een bestuur in het vrij onderwijs met minstens 50 werknemers moet een comité voor preventie en bescherming op het werk (CPBW) oprichten. Dat comité brengt adviezen uit en doet voorstellen over welzijn en preventie aan het bestuur. Het is samengesteld uit vertegenwoordigers van het bestuur en van de werknemers. Meer informatie op Federale overheid - Comités voor preventie en bescherming op het werk.
Scholen van het GO! hebben een basiscomité (BC) en scholen van het stedelijk, gemeentelijk en provinciaal onderwijs hebben een hoog overlegcomité (HOC), dat de taken van het CPBW op zich neemt. Er is naast het BC of HOC geen afzonderlijk CPBW in het officieel onderwijs.
De externe dienst voor preventie en bescherming op het werk (EDPB)
Het school- of centrumbestuur kan een beroep doen op een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk (EDPB) als aanvulling op de eigen interne dienst voor preventie en bescherming op het werk (IDPB).
De externe dienst bestaat uit deskundigen in arbeidsveiligheid, arbeidsgeneeskunde (de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer), ergonomie, bedrijfshygiëne, psychosociale aspecten van het werk … Meer informatie vind je op Federale overheid - Diensten voor preventie en bescherming op het werk.
Er zijn verschillende externe diensten waarbij een schoolbestuur kan aansluiten. Je kan de namen, adressen en bevoegdheden van de erkende externe diensten vinden op Federale overheid - Erkenning: Externe Diensten voor Preventie en Bescherming op het werk.
Hoe meld je een probleem?
Meld problemen met welzijn en bescherming op het werk (de verwarming die niet werkt, een losgekomen stopcontact …) aan:
- Je werkgever
- De preventieadviseur
- Een vakbondsafgevaardigde of andere werknemersafgevaardigde, die het probleem kan aankaarten:
Extra informatie
Verwante pagina's
Publicaties
- Federale overheid – brochure over de risicoanalyse
- Federale overheid - algemene inleiding over risico en preventie