Wat is het?
Geef je borstvoeding (in de regelgeving spreekt men over 'lactatie'), dan is een verwijdering wegens moederschapsbescherming mogelijk als je job een gezondheidsrisico inhoudt voor je kind.
De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer stelt vast dat je je in een risicosituatie bevindt op basis van een risicoanalyse van alle functies in je school of centrum en op basis van een bloedanalyse. De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer en je werkgever hebben die risicoanalyse vooraf samen uitgevoerd.
Je wordt verwijderd uit het risico.
Je krijgt verlof voor moederschapsbescherming (vrijstelling van arbeid) als je werkgever er niet in slaagt om:
-
Je werkomstandigheden aan te passen
-
Je een andere opdracht te geven
Je kan alleen verlof voor moederschapsbescherming krijgen voor het gedeelte van je job waarvoor een risico bestaat. Dat is de risicofunctie.
Verwijdering tijdens de periode van borstvoeding kan ook als je niet verwijderd werd tijdens je zwangerschap.
Risico’s
De risico’s staan opgesomd in bijlage 2b van het koninklijk besluit moederschapsbescherming (docx, 12 p.) (48 kB).
Voor onderwijspersoneel gaat het over:
-
Blootstelling aan de volgende infectieziektes:
-
Cytomegalovirus: voor de verloven die ingaan vanaf 1 september 2016 wordt het cytomegalovirus alleen nog als een risico gezien bij vroeggeboorte van de baby
-
Hepatitis B
-
Hiv
-
-
Blootstelling aan chemische stoffen
Belangrijkste risicogroepen in het onderwijs
-
Personeelsleden in het kleuteronderwijs: kleuteronderwijzeressen, kinderverzorgsters, zorgcoördinatoren, opvoedsters, schoonmaakpersoneel …
-
Personeelsleden in een MPI, een opvangcentrum, een school voor buitengewoon basisonderwijs of buitengewoon secundair onderwijs: verpleegkundigen, kinderverzorgsters, opvoedsters, kinesisten, logopedisten, ergotherapeuten, psychologen, orthopedagogen, schoonmaakpersoneel …
-
Leerkrachten secundair onderwijs die instaan voor de begeleiding van stageopdrachten verpleegkunde of verzorging in het gewoon en buitengewoon onderwijs
-
Leerkrachten secundair onderwijs die vakken geven als dierenzorg, chemie, agrarische technieken …
Recht of gunst?
Verwijdering uit de risicosituatie is een recht.
Het verlof voor moederschapsbescherming is alleen een recht als het voor je school of centrum niet mogelijk is om:
-
Je werkomstandigheden aan te passen
-
Je een andere opdracht te geven
Voorwaarden
-
Alle personeelscategorieën komen in aanmerking.
-
De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer stelt vast dat je borstvoeding geeft en dat je je in een risicosituatie bevindt.
-
Heb je verlof voor moederschapsbescherming gekregen en wil je dat voortzetten voor 2 of 3 maanden? Dan bezorg je je school of centrumbestuur in de 2de en in de 3de maand een medisch attest dat bewijst dat je nog altijd borstvoeding geeft.
Gevolgen
Administratieve stand
Je bent in dienstactiviteit.
Salaris
Aanpassing werkomstandigheden
Bij aanpassing van de werkomstandigheden krijg je je gewone salaris.
Andere betrekking
Als je een andere betrekking aanvaardt, dan ontvang je het salaris van de nieuwe aanstelling.
Verlof
-
Ben je vastbenoemd, dan wordt je salaris doorbetaald tijdens je verlof voor moederschapsbescherming.
-
Ben je tijdelijk of contractueel, dan krijg je vanaf de verwijdering uit je job een uitkering van je ziekenfonds zolang je een aanstelling of arbeidsovereenkomst hebt in het onderwijs. De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer vult een document in voor het ziekenfonds zodat je van een vervangingsinkomen kan genieten.
Een uitbreiding van je risico-opdracht (het deel van je job dat een risico inhoudt voor jou of je kind) tijdens je aanstelling of bij een nieuwe aanstelling is niet betaald. Daarvoor ontvang je geen uitkering van je ziekenfonds.
Anciënniteit
Het verlof voor moederschapsbescherming telt mee voor de berekening van je dienst- en geldelijke anciënniteit.
Ben je vastbenoemd, dan telt het verlof ook mee voor je sociale anciënniteit.
Ben je tijdelijk personeelslid en word je voor je volledige opdracht verwijderd, dan bouw je geen recht op betaald ziekteverlof op.
Cumulatie
Als je tijdens de uren of lestijden waarvoor je verlof wegens moederschapsbescherming geniet, een andere opdracht start bij je eigen of bij een andere werkgever, dan heb je niet langer vrijstelling van arbeid en dus geen verlof: je neemt een andere betrekking op.
Pensioen
Voor meer informatie over de invloed van dit verlof op je pensioen kan je terecht bij de Federale Pensioendienst (FPD).
Begin - duur - einde
Begin
Het verlof voor moederschapsbescherming tijdens de borstvoeding sluit aan op het bevallingsverlof.
Als je bevallingsverlof eindigt in juli of augustus en je werkt tijdens die maanden niet in je risicofunctie, dan start je verlof op 1 september.
Duur en einde
Het verlof voor moederschapsbescherming tijdens de borstvoeding kan maar duren tot 5 maanden, te rekenen vanaf de dag van de bevalling. De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer kan ook een kortere periode adviseren.
Het verlof eindigt ook als er geen risico meer is om borstvoeding te geven:
-
Als je geen borstvoeding meer geeft
-
Bij de start van de zomervakantie, als je niet meer moet werken
-
Bij het einde van je aanstelling
Hoe aanvragen?
Je deelt aan je werkgever (je school of centrum) mee dat je borstvoeding geeft en daardoor kan blootgesteld zijn aan een risico.
Je werkgever neemt dan de afgesproken maatregelen uit de voorafgaande risicoanalyse van alle functies in je school of centrum en verwijst je door naar de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer.
Je werkgever bezorgt je het formulier Melding tijdelijke verwijdering voor moederschapsbescherming en vult zelf vooraf de 1ste rubriek in.
De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer vult tijdens het onderzoek het 2de luik van het formulier in. Daarna bezorg je het formulier terug aan je werkgever.
Na het advies van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer treft je school of centrum de nodige maatregelen om je te verwijderen uit het risico, als dat nog niet is gebeurd.
Je werkgever moet dan 1 van de 3 mogelijkheden verplicht toepassen, in deze volgorde:
-
Aanpassing van de werkomstandigheden
-
Een andere betrekking
-
Vrijstelling van arbeid (verlof voor moederschapsbescherming)
Je werkgever stuurt het ingevulde formulier naar het werkstation van het ministerie van Onderwijs.
Bij vrijstelling van arbeid kijkt het werkstation na of je recht hebt op het verlof en brengt jou en je werkgever op de hoogte.
Als het werkstation beslist dat je geen recht hebt op verlof voor moederschapsbescherming tijdens de borstvoeding, dan kan je eventueel een ander soort verlof nemen zoals onbetaald ouderschapverlof of ouderschapverlof in het kader van loopbaanonderbreking.
Vragen?
Als je nog vragen hebt, kan je terecht bij je werkgever (je school of centrum) of het werkstation dat je personeelsdossier beheert.
Extra informatie
Verwante pagina’s
- Zwangerschap en ouderschap
- Moederschapsbescherming tijdens de zwangerschap
- Bevallingsverlof
- Borstvoedingspauzes
- Onbetaald ouderschapsverlof (vroeger: borstvoedingsverlof)
- Ouderschapsverlof in het kader van loopbaanonderbreking
Regelgeving
-
Omzendbrief bedreiging door beroepsziekte tijdens zwangerschap en moederschapsbescherming (PERS/2002/21 (13 AC)) met als bijlage:
- KB moederschapsbescherming (2 mei 1995)