Vandaag maakte de OESO de resultaten bekend van het PISA-onderzoek 2022 voor het onderdeel financiële geletterdheid.
Dit rapport volgt na eerdere resultaten voor de domeinen:
Het onderdeel financiële geletterdheid onderzoekt onder andere:
- Kennis van financiële concepten
- Inzicht in financiële risico’s
- De vaardigheden om die kennis en dat inzicht op een juiste manier te gebruiken
Het rapport over financiële geletterdheid vergelijkt de prestaties van 15-jarige leerlingen uit 20 landen waaronder 16 OESO-landen. Aan het Vlaamse onderzoek namen 1189 leerlingen deel.
In Vlaanderen werd financiële geletterdheid al eerder getest: je kan de resultaten van 2022 vergelijken met resultaten uit 2015 en 2012. In 2018 nam Vlaanderen niet deel aan het onderzoek financiële geletterdheid.
Vlaamse resultaten
De Vlaamse leerlingen scoren voor financiële geletterdheid beter dan jongeren uit zowat alle andere landen. Alleen leeftijdsgenoten uit Denemarken en Nederland doen het even goed als Vlaamse jongeren. Leerlingen uit 17 andere landen doen het slechter.
Om prestaties van leerlingen te vergelijken, delen onderzoekers de scores van leerlingen in volgens verschillende niveaus (van 1 tot 5). Deze niveaus beschrijven vaardigheden die leerlingen bezitten. Het referentiepunt ligt op niveau 2 en beschrijft de vaardigheden die nodig zijn om te functioneren in de samenleving.
Een toppresteerder behaalt niveau 5. Vlaanderen heeft meer toppresteerders (16,5%) dan gemiddeld (10,6%) en ook minder laagpresteerders (12%) dan gemiddeld (17,9%). Een laagpresteerder haalt het referentiepunt van niveau 2 niet.
In vergelijking met eerdere afnames zijn de Vlaamse scores wel gedaald:
- Ten opzichte van 2012 scoren Vlaamse leerlingen minder goed op financiële geletterdheid. Het OESO-gemiddelde bleef op hetzelfde niveau.
- Het aantal laagpresteerders stijgt in vergelijking met 2012, het aantal toppresteerders blijft gelijk.
Verschillen tussen leerlingen
Het vaardigheidsniveau van de sterkste leerlingen is in Vlaanderen 3 tot 4 niveaus hoger dan dat van de zwakste leerlingen. Dit verschil komt overeen met het OESO-gemiddelde.
In Vlaanderen presteren jongens en meisjes op hetzelfde niveau voor financiële geletterdheid. In de andere OESO-landen scoren jongens beter. In de groep toppresteerders is het aandeel meisjes en jongens in Vlaanderen even groot. Het aandeel laagpresteerders is hoger bij de Vlaamse jongens dan bij meisjes. In de OESO is het aantal jongens zowel bij de toppresteerders als bij de laagpresteerders groter.
Leerlingen uit socio-economisch sterke gezinnen scoren beter dan leerlingen uit socio-economisch zwakkere gezinnen. Het verschil tussen beide groepen is in Vlaanderen groter dan het OESO-gemiddelde.
Autochtone leerlingen halen een hogere score dan leerlingen met een migratieachtergrond. Ook deze kloof is groter dan in de andere OESO-landen.
Leerlingen uit de doorstroomfinaliteit - aso behalen de hoogste scores voor financiële geletterdheid.