In het kader van levenslang leren is het concept ‘microcredentials’ (of meer algemeen ‘het kwalificeren van kleinere gehelen’) geïntroduceerd. Ook binnen het volwassenenonderwijs speelt dit een essentiële rol in de vorm van competenties of bewijzen van competenties.
Doelstelling
Bewijzen van competenties worden uitgereikt in EVC-trajecten, open modules en inclusieve trajecten. Het doel is om (bewijzen van) competenties zichtbaar en raadpleegbaar te maken in de verschillende databanken (kwalificatiedatabank, DAVINCI- en de LED-databank) met hierin als eerste stap: de mogelijkheid tot registratie. Het inzetten op kwalificaties op deze manier, zal een rol spelen om ongekwalificeerde uitstroom terug te dringen.
Door het registreren en zichtbaar maken van kleinere kwalificatiegehelen in trajecten levenslang leren verhoogt Edusprong de mobiliteit op de opleidings- en arbeidsmarkt en werken we drempelverlagend.
Timing en route
FASE 1: Voorbereidende en noodzakelijke technische aanpassingen aan de bestaande databanken om registratie technisch mogelijk te maken.
Het gaat hier over:
- de kwalificatiedatabank
- de trajectendatabank
- de LED-databank
- de DAVINCI databank
FASE 2: Gedragenheidsstudie door middel van een business- en functionele analyse.
De regelgeving rond competenties wordt vertaald naar werkbare concepten en de omvang van de registratie van competenties wordt in kaart gebracht. Niet alleen de impact en de drempels worden onderzocht, maar ook de mogelijkheden en opportuniteiten.
Door middel van een literatuurstudie, interviews, focusgroepen en vragenlijsten zoeken we het antwoord op volgende onderzoeksvragen:
- Welke ideeën leven er rond de registratie van competenties?
- Hoe kan de registratie van competenties praktisch verlopen?
- Welke impact kunnen onderwijsinstellingen hiervan ondervinden?
Aan de hand van een bevraging werden verschillende visies en meningen bij actoren en stakeholders in het volwassenenonderwijs gecapteerd.
Resultaat fase 2: Uit de gedragenheidsstudie van dit project luidt dat gedragenheid voor registratie van (delen van) competenties aanwezig is. Mits enkele randvoorwaarden. Deze randvoorwaarden en verschillende aanbevelingen worden beschreven in een uitgebreid rapport.
FASE 3: Implementatie van de nodige aanpassingen, rekening houdend met de uitkomsten en aanbevelingen uit fase 2.
De inhoud en aanbevelingen van het rapport uit fase 2 dienen als input voor de uitwerking van enkele openstaande vragen. Aan de hand van 'use cases' worden volgende elementen onderzocht:
Uitwerking van meer gedetailleerde data met betrekking tot de doelgroep en toepassingsgebied.
Vertaling van de scope naar
een plan van aanpak met IT-werkpakketten met inschatting van technische haalbaarheid
een voorstel voor de aanpak van de registratie.
Overleg met softwareleveranciers en CVO's op basis van de concrete voorstellen.
De 'use cases' worden aangevuld met concrete voorbeelden van opleidingen, beroepskwalificaties en competenties om het tastbaar te maken.
Wie werkt hieraan mee
- Met inbreng van CVO
- Met inbreng van VDAB
- Aanbieders van de softwaretoepassingen
Verwante pagina's
Websites
Een vraag over Edusprong?
Neem contact via edusprong@vlaanderen.be
Op de hoogte blijven? Schrijf je in voor de Edusprong Nieuwsbrief.
Een aantal aspecten uit de gedragenheidsstudie vragen om diepgaander onderzoek bij een breder publiek.
Neem deel aan de vragenlijst over het registreren van competenties binnen jouw onderwijsinstelling.
De conclusies, randvoorwaarden en aanbevelingen van de gedragenheidsstudie uit fase 2 worden beschreven in een uitgebreid rapport. Download hier het visueel overzicht voor de bevindingen: